Wandreliëf uit Nineveh
Dit reliëf is waarschijnlijk gemaakt in de regeerperiode van koning Assurbanipal (669-631 v.Chr.) en is waarschijnlijk gevonden in de Assyrische hoofdstad Nineveh. Tijdens deze periode werd er een nieuw paleis op de citadel gebouwd, het zogenoemde North Palace, maar werden er ook nieuwe reliëfs toegevoegd aan het oude paleis van Sanherib dat ook in deze tijd nog steeds het belangrijkste paleis van Assyrië vormde.
Het reliëf toont twee vrouwen gevolgd door een Assyrische soldaat. De gezichtstrekken zijn fijn en gedetailleerd weergegeven. Het haar is zorgvuldig in golven gemodelleerd en reikt tot de schouder. De oren zijn daarbij onbedekt. De vrouw links draagt een eenvoudige hoofdband. Beide personen zijn gekleed in een lang, tot op de voeten hangend kleed, waarover een even lange mantel met dubbele zoom gedragen wordt. De buitenzoom toont een patroon van lijnen, die waarschijnlijk franjes voorstellen. De mantel hangt over de schouder en bedekt de bovenarmen. De vrouwen lijken ongeschoeid te zijn, te oordelen naar de duidelijk weergegeven tenen bij de vrouw in het midden. De linker vrouw houdt de handen voor de onderbuik, terwijl het hoofd naar achteren is gedraaid. Ze lijkt in gesprek te zijn met de vrouw achter haar. De figuur in het midden houdt met beide handen een tweetal waterzakken vast, die middels een snoer met elkaar zijn verbonden en over de rechterschouder hangen, de één voor, de ander achter.
De bebaarde soldaat rechts is gekleed in een tuniek met korte mouwen en draagt om het middel de kenmerkende brede gordel, waarover (in het midden) een smallere riem geplaatst is. Het is onduidelijk of de soldaat schoeisel draagt. Zo ja, dan kan het hooguit gaan om eenvoudige, platte sandalen. De sandaal was het meest gebruikte schoenvorm bij de Assyriërs en kwam in vele varianten voor. De man heeft een ronde helm met oor- of wangbeschermers die met behulp van scharnieren aan de eigenlijke helm bevestigd werden. Het haar, reikend tot op de schouder, steekt onder de helm uit. De helm is getooid met een korte, maanvormige verenpluim gemonteerd op een metalen kam.
Dit soort helmen verschijnt voor het eerst in de late 8ste eeuw v.Chr., in de tijd van Tiglat-pileser III (zie de orthostaat met strijdscène uit Nimrud), en werd gedragen door een speciaal onderdeel van het Assyrische leger: de vreemdelingen die als huurlingen dienst deden in het Assyrische leger en die zeer waarschijnlijk geronseld werden in de omgeving van Karkemish (Noord-Syrië) of Karatepe (Zuidoost-Anatolië). Vanaf de tijd van Tiglat-pileser III, zo niet eerder, bestond het Assyrische leger uit beroepssoldaten en was het de gewoonte om naast rekruten uit de eigen bevolking ook buitenlanders in te huren, vooral soldaten uit de legers van verslagen opponenten. Deze vreemdelingen deden steeds dienst als infanteristen, zo ook de soldaat afgebeeld op ons reliëf.
Uit de bewapening blijkt dat de man behoorde tot de lansdragers, het zwaarst bewapende onderdeel van de Assyrische infanterie. Hij houdt met beide handen een speer en in de rechterhand een zwaard of dolk vast. Op de rug draagt de soldaat een groot schild met een recht standvlak en een afgeronde, met metaal beslagen rand. De wand van het schild is sterk gebogen en lijkt te bestaan uit vele losse onderdelen, in rijen geordend en bevestigd. Waarschijnlijk gaat het hier om een deklaag van kleine leerstukjes. Een dergelijke deklaag verschijnt voor het eerst op (ronde) schilden uit de tijd van Sargon II (721-705 v.Chr.).
De vorm van het grote schild gedragen door de soldaat op dit reliëf wijst er echter op dat deze orthostaat in latere tijd vervaardigd werd: deze schilden lijken ingang te vinden tijdens het bewind van koning Assurbanipal. Een interessant detail is dat op Assurbanipals reliëfs deze schilden vooral gedragen worden door de buitenlandse huurlingen met de pluimhelm. De andere infanterie-eenheden maken gebruik van een klein of groot rond schild.
Oorspronkelijk maakte het reliëf ongetwijfeld deel uit van een lange serie van orthostaten, geplaatst in één van de paleiszalen in Nineveh. Helaas ontbreekt elke informatie omtrent de precieze plaats van het reliëf en de samenhang met de overige bewaarde Nineveh-orthostaten. Net als de reliëfs van Nimrud zijn ook de Nineveh-orthostaten over privécollecties en musea in de gehele wereld verspreid. De voorstelling van dit reliëf lijkt op exemplaren in Londen (Royal Geographic Society) en in Rome (Museo Barracco). Hoogstwaarschijnlijk tonen deze reliëfs ook een deportatiescène, waarbij Assyrische soldaten het transport van krijgsgevangenen en oorlogsbuit begeleiden. Haardracht en kledij van de vrouwen suggereren dat het hierbij gaat om gevangenen uit het zuiden van het huidige Irak.