Fenicische schaal

In het vroege 1ste millennium v.Chr. herbergden de kust, eilanden en schiereilanden langs de kust van het huidige Libanon en Syrië een serie van bloeiende steden, waarvan Sidon en Tyrus wellicht de befaamdste zijn. De bewoners van deze stadstaten zijn bij ons bekend geworden als Feniciërs. Deze Grieks benaming voor de streek werd echter door de bewoners zelf niet gebruikt. Fenicische schepen vormden een vertrouwde aanblik in vrijwel alle havens van het Middellandse Zee-bekken; daarnaast stichtten de inwoners van uit name Sidon en Tyrus nederzettingen en steunpunten voor de vloot onder andere op Sicilië, Sardinië en in Carthago.

Tot op de dag van vandaag leven sommige van deze nederzettingen voort, zoals Panormus/Palermo op Sicilië en Gadir/Cadiz en Cartagena in Spanje. De Fenicische zeevaarders en handelaren bevoorraadden de hele toenmalige wereld met producten uit alle windstreken: zo werd goud, zilver en koper uit Spanje gehaald en ivoor en ebbenhout uit Egypte, in ruil waarvoor de Tyriërs en Sidoniërs onder andere olijfolie, gedroogde vis, het cederhout van de Libanon en allerlei hoogstandjes van ambachtswerk boden.

Tot de meest gezochte producten van Fenicische bodem behoorden de kostbare, met het sap van purperslakken geverfde stoffen, het gesneden ivoren inlegwerk en vooral het gedreven metalen vaatwerk, dat van een ongekende technische en artistieke kwaliteit is. Rijk versierde kommen en schalen van brons en edelmetaal vonden een wijde verspreiding, van Assyrië in het oosten tot Griekenland en Etrurië in het westen. Deze schalen, luxe producten van de eerste orde, lijken voorbehouden geweest te zijn aan een kleine elite, zoals wordt aangetoond door de aanwezigheid van de grootste teruggevonden collectie van deze schalen in de opslagruimten van de Assyrische paleizen in het antieke Kalhu . Ook elders, zoals in Etrurië, lijkt dit Fenicische metalen vaatwerk een uiteindelijke bestemming gevonden te hebben als bijgift in vorstengraven.

Hoewel decoratie en, in sommige gevallen, de aanwezigheid van Fenicische inscripties weinig twijfel laten bestaan aan het Levantijnse karakter van dit vaatwerk, zijn vreemd genoeg geen van deze schalen en kommen aangetroffen in Fenicië zelf. Wel zijn directe voorlopers in de regio bekend, zoals de schalen gevonden in bewoningslagen uit de 15de en 14de eeuw v.Chr. in Ugarit.

De hier afgebeelde, vlakke schaal met convexe wand is gevonden in Etrurië. De schaal werd in 1943 aangekocht in Amsterdam en maakte voordien deel uit van een Italiaanse privécollectie. Oorspronkelijk behoorde de schaal mogelijk bij de vondsten die in 1855 gevonden zijn in de Tomba Barberini in Praeneste (het moderne Palestrina, nabij Rome). De schaal is vervaardigd van gedreven zilver, dun uitgeslagen en aan de binnenzijde met goud verguld. De diameter is 23 centimeter. De binnenzijde is versierd met Egyptiserende en Assyrisch aandoende voorstellingen, verdeeld over een medaillon in het midden, omgeven door een eierlijst, en twee concentrische zones, beide eveneens omsloten door eierlijsten. Een smalle zone langs de rand is onversierd gebleven.

Het medaillon toont een gazelle met lange, gebogen horens, de kop schuin naar achteren gewend en kijkend naar een onder haar staand, zogend jong. Boven de gazelle zijn twee vogels in vlucht weergegeven, terwijl de achtergrond gevormd wordt door papyrusstengels met bloemen, beurtelings in de knop en in volle bloei weergegeven.

De binnenste zone toont een viertal taferelen, steeds gescheiden door vruchtdragende dadelpalmen. Bovenaan zien we een heuvellandschap met een tweetal herten, vervolgens (links) een man vechtend met een rechtop staande leeuw, dan twee met speren bewapende ruiters met elk een handpaard (waarvan slechts de contouren te zien zijn), en tenslotte een leeuwenjacht: een tweetal boogschutters, de een staand, de ander knielend, die het op een leeuw met opengesperde muil en opgeheven voorpoot hebben gemunt. Beide mannen dragen een baard en een hoofddeksel. De staande man is gekleed in een lang, aan de voorzijde openvallend gewaad, dat sterk afwijkt van de korte klederdracht van de overige afgebeelde mensen.

Het buitenste fries toont bovenaan twee strijdwagens, elk met twee paarden bespannen. In de voorste wagen bevindt zich een persoon: de wagenmenner staande onder een zonnescherm. In de achterste wagen staan twee personen onder het zonnescherm, waarbij de wagenmenner zich licht voorover buigt. De rest van de afbeelding toont een optocht van marcherende soldaten, elk gewapend met een schilden twee speren. Achter de wagens loopt een groep van vier soldaten, vervolgens komen vier groepen van elk vijf soldaten, steeds voorafgegaan door een ruiter gewapend met twee speren. De groepen zijn bovendien van elkaar gescheiden door planten, waarbij de voorste vier soldaten ook nog door hoog oprijzende lelieplanten met bloemen ingesloten wordt. De paarden zijn in draf weergegeven met opgerichte staart. Boven elk paard is steeds een vogel afgebeeld. Hoogstwaarschijnlijk stelt het geheel het uitrijden van een koning of generaal voor, die zich bevindt in de achterste strijdwagen, staande achter de wagenmenner.

Opvallend aan de decoratie is vooral het naast elkaar voorkomen van Egyptische en Assyrische voorstellingen. Vooral de afbeelding van het medaillon is sterk Egyptisch beïnvloed wat betreft karakter en stijl, en doet denken aan soortgelijke voorstellingen in de Egyptische kunst vanaf de Amarna-tijd. Aan de Assyrische kunst daarentegen herinneren de weergave van de berg, de leeuwenjacht en de strijd van man en leeuw opgevoerd in het middelste fries. Ook het lange gewaad van de boogschutter staande voor de leeuw doet Assyrisch aan. De strijdwagens waren een vertrouwde aanblik zowel in de Egyptische als Assyrische wereld. De ruiters daarentegen lijken vooral op een oriëntaals voorbeeld geïnspireerd te zijn, daar het Egyptische leger, behalve voor de bespanning van strijdwagens, nauwelijks van paarden gebruik maakte. De aanwezigheid van Egyptische, Assyrische en, in latere tijd, Cypriotische en Griekse invloeden is kenmerkend voor de Fenicische kunst en vloeit voort uit het uitgebreide Fenicische handelsnetwerk en de creativiteit waarmee een wijdverbreid elite publiek werd bediend.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen