Religieus glas
Deze glasproducten uit de Late Oudheid vormen een bijzondere groep. Het zijn religieuze voorwerpen van joodse of christelijke signatuur, het zijn allemaal grafgiften uit Palestina of Syrië, en de versiering is in diep-reliëf (intaglio). Van beide soorten zijn dit voorbeelden. De pot uit de joodse traditie draagt een menorah, de zevenarmige kandelaar op een drievoet. De functie was waarschijnlijk die van houder van olie of water uit de nabijheid van het Heilige Graf in Jeruzalem. Daarin bestond rond 600 na Chr. een levendige handel. De fles heeft een meer christelijke symboliek, onder andere palmtakken en een masker.
Het zeskantige, donkerbruine potje is versierd met symbolen uit de joodse cultuur. Het behoort tot een serie waarvan meer dan vijftig exemplaren bekend zijn, bijna alle bruin van kleur. De meeste ervan zijn in de kunsthandel verworven. Het feit dat ze alle gaaf zijn, wijst op een functie als het grafgift. Als herkomst wordt meestal Palestina of Syrië genoemd. Dit exemplaar is aangekocht van Jean Farah, directeur van de Société Archeologique Françaisete Tyrus (in het huidige Libanon), aan het begin van de vorige eeuw. Het zou in de omgeving van de stad gevonden zijn. Het potje is vrijwel gaaf, van zeer dikwandig glas, met veel luchtbelletjes en verontreinigingen. Het stuk is geblazen in een open vorm en de hals is vrij uitgeblazen en afgewerkt op de pontil. Zoals bij veel exemplaren is ook bij dit potje op de bodem nog het pontil-merk te zien.
De versiering is in intaglio aangebracht, dus diepliggend. Dit onderscheidt de groep zeskantige potjes van het meeste andere vormgeblazen glas dat de versiering opliggend, in reliëf heeft. De aard van de versiering wijst erop dat de vorm waarschijnlijk van metaal was. Het versieringspatroon werd van buiten in de vorm geslagen, zodat het in reliëf aan de binnenkant van de vorm verscheen en een intaglio-patroon veroorzaakte op de buitenkant van het glazen voorwerp.
De versieringspatronen van de teruggevonden exemplaren kunnen in twee groepen verdeeld worden. En groep toont christelijke, de andere (waartoe dit exemplaar behoort) joodse symbolen. De christelijke symbolen zijn meestal drie verschillende kruisen, afgewisseld met drie ruitpatronen. Het joodse symbool op dit exemplaar is een brandende zevenarmige kandelaar (menorah) op een drievoet. Voorts zijn twee ruitpatronen, een palmboom, een kruis en een lege nis (aedicula) te zien. De menorah geeft aan dat de pot bedoeld is om bij joodse rituelen gebruikt te worden. De betekenis van de overige symbolen is niet bekend of, zoals de palmboom, niet typisch joods.
De exemplaren met christelijke symbolen geven een aanknopingspunt voor de datering. Een van de kruisen (met drie treden eronder), komt voor het eerst voor op Byzantijnse munten van keizer Tiberius II Constantinus (578-582). Dit levert een terminus post quem van ca. 580 na Chr. voor de flesjes. Het einde van de Byzantijnse periode in Palestina, circa 640 na Chr., biedt een terminus ante quem. Op grond van de overeenkomst in vorm, kleur en techniek, kan aangenomen worden dat de exemplaren met joodse symbolen in dezelfde tijd zijn te dateren en dat beide groepen in hetzelfde atelier gemaakt zijn.
De potjes zijn waarschijnlijk gebruikt als houders van de gewijde olie uit de lamp bij het graf van Christus, of van wijwater, geheiligd door de nabijheid van het graf van Christus. In beide ‘producten’ bestond een levendige handel in de tijd dat pelgrimstochten naar de heilige plaatsen van Palestina populair werden. De joodse en christelijke pelgrims die naar Jeruzalem kwamen, namen ze als souvenir van hun bezoek aan de heilige stad mee naar huis. Het atelier waar ze gemaakt zijn zal wel in of dichtbij Jeruzalem gezocht moeten worden.
De gave, zeskantige fles diende waarschijnlijk hetzelfde doel als het potje: er werd heilige olie of gewijd water in verkocht aan pelgrims die naar Jeruzalem kwamen. De datering sluit waarschijnlijk aan bij die van de potjes: eind 6de – begin 7de eeuw na Chr. De fles heeft net als het potje intaglio-versiering op alle zes zijden, op vier zijden bestaat de versiering uit ruitpatronen, op twee uit veder- of palmtakmotieven, onderbroken door een masker. Dergelijke maskers zijn ook te vinden op sommige zuilen in kerken uit die vroege periode. De betekenis ervan is niet duidelijk. Evenals het potje is ook de fles aan het begin van de vorige eeuw aangekocht van Jean Farah te Tyrus. Ook de fles zou zijn gevonden in een graf in de buurt van die stad.