Oorhangers met vogelafbeelding

Sieraden komen in velerlei vormen, soorten en materialen in het oude Nabije Oosten voor sinds ongeveer 12.000 v.Chr. Ze dienden in eerste instantie ter verhoging van de schoonheid van de mens, maar tegelijkertijd ook als indicatoren van maatschappelijke positie en status of als groepsaanduiding. Sieraden waren dus meer dan alleen mooie voorwerpen. In een nog wijdere zin kunnen sieraden ook bijdragen aan onze kennis van de technologie, productiewijzen of economische systemen in de oudheid. Een aanzet tot beantwoording van de vele vragen die archeologen aan deze objecten kan stellen, hangt grotendeels af van een precieze kennis van de vondstomstandigheden, iets wat, zeker bij sieraden afkomstig uit de kunsthandel, helaas niet altijd het geval is. De hier getoonde hangers stammen uit de late Bronstijd.

De twee gouden hangers kunnen op basis van vergelijkbare stukken uit vrijwel zeker in de late 14de eeuw v.Chr. geplaatst worden, rondom 1325 v.Chr. Een tweetal uitstekende parallellen voor de hier getoonde hangers zijn aangetroffen bij opgravingen te Tell el-‘Ajjul in Gaza en vormden onderdeel van een schatvondst onder de vloer van een huis.

De schijfvormige hangers zijn identiek van uitvoering en tonen elk aan weerszijden een in aangezicht weergegeven roofvogel met wijd uitgespreide vleugels. In de klauwen lijkt de vogel een slang vast te houden. Terzijde van de vleugels zijn steeds vijf cirkels aangebracht in granul, bestaande uit een concentratie van bolletjes van minieme afmetingen omgeven door een goudgaren. De rand is aan de buitenzijde eveneens in granul afgewerkt. De vogel is ongetwijfeld op Egyptische voorbeelden geïnspireerd en stelt een valk voor, de koninklijke en goddelijke vogel van het oude Egypte. De steden in het Levantijnse kustgebied behoorden vaak tot het Egyptische rijk en onderhielden een levendige handel over land en ter zee.

De voorstelling is gedetailleerd uitgewerkt, allereerst door een licht hameren van het lichaam, de kop en de veren, vervolgens door een zorgvuldig granuleren waar de afbeelding vooral haar sierlijke en fijne karakter aan ontleent. Minuscule gouden bolletjes, en in mindere mate gouden garens, zijn in patronen op het oppervlak van de schijven gelegd (daarbij vooral de uitgehamerde contouren volgend). De nauwelijks zichtbare aanhechting werd bereikt door de schijfjes te verhitten tot het moment waarop decoratie en ondergrond samensmolten en vervolgens snel in water af te koelen. De bovenzijde van de schijven heeft een wigvormige opening met links en rechts een oogje ter bevestiging aan een ketting of, mogelijk, voor een oorring.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen