Doopvontschelp
Exotischer dan deze reuzenschelp kan het eigenlijk niet: uit de warme, ondiepe tropische kustwateren, gigantisch van formaat (tot wel veertig centimeter), uitbundig van vorm, met psychedelische kleuren én uitstekend aquariumgedrag: hij overleeft er jarenlang zonder noemenswaardige filtering. De doopvontschelp (Tridacna squamosa) al gauw een halve onderarm breed is tegenwoordig een flink bedreigde diersoort.
Gewild was de doopvontschelp ook in de Oudheid. En dan versierd, zoals dit bijzonder zeldzame exemplaar. Het is een van de schelphelften, en als je goed kijkt, zie je over de binnenzijde een patroon van fijn ingekraste lotussen en palmetten, en aan de buitenzijde twee sierlijke vleugels. Het aanhechtingspunt met de andere schelphelft is tot een vrouwenhoofd gesneden, met mooie amandelvormige ogen en lange gekrulde haarlokken. Dankzij verfrestjes in de groeven kun je je voorstellen hoe bont geschilderd de schelp ooit moet zijn geweest.
Er is maar een handjevol andere gedecoreerde doopvontschelpen uit de Oudheid bekend. Die werden maar gedurende een beperkte periode en in een klein gebied vervaardigd: het oostelijk Middellandse Zeegebied in de nadagen van het Assyrische wereldrijk, tussen 700 en 600 v.Chr. Gezien hun kwetsbaarheid en zeldzaamheid dienden ze waarschijnlijk voor luxe zaken, als cosmeticahouders bijvoorbeeld.