Reliëf met dodenmaal

Het aanliggen bij de maaltijd is een bekende gewoonte van de oude Grieken en Romeinen. Oorspronkelijk stamt dit gebruik uit Mesopotamië, waar het tot de koninklijke gewoonten behoorde. Vanaf de 6e eeuw v.Chr. komen ook in Griekenland voorstellingen voor van mannen die half liggend genieten van wijn, zang en dans, met name in Corinthe en Athene.

Twee helden

Het hier getoonde reliëf is gewijd aan twee helden (heroën), stervelingen uit het verleden die na hun dood geheroïseerd zijn, dat wil zeggen: een goddelijke eer ontvingen. Vaak zijn heroën de mythische stichters van steden of stamvaders van belangrijke families. Hun verering was lokaal van aard en verbonden met steden, heilige plaatsen en graven.

Dodencultus

De heros-verering was in aanleg een dodencultus waarbij de maaltijd een belangrijke plaats innam. Bij een begrafenis en op vaste tijden daarna werd bij het graf een ‘dodenmaal’ genuttigd. Het voedsel dat aan de heros werd aangeboden, moest rein en bloedeloos zijn. Sommige elementen die op dodenmaalreliëfs worden aangetroffen, zoals paardenhoofden en wapens, benadrukken de status van de overledene, eertijds een machtig man. Ook zijn er geregeld slangen op de reliëfs te zien, een verwijzing naar de onderwereld en de dodencultus. De heros zelf wordt soms ook als slang vereerd, zoals bijvoorbeeld de bekende arts-heros Asclepius (Aesculapius).

Klassiek dodenmaal

Op het hier afgebeelde reliëf, gedateerd in de vroeg-Hellenistische periode (circa 300-250 v. Chr.), zien we een aantal elementen van het klassieke dodenmaal terug. Op een aanligbed met aan het hoofdeinde kunstig bewerkte poten liggen twee mannen die met de linkerarm op dubbelgevouwen kussens steunen. De man links heeft zijn rechterhand op de schouder van zijn buurman gelegd, terwijl hij in zijn linkerhand een drinkschaal vasthoudt. De man rechts heeft behalve een drinkschaal ook een drinkhoorn (rhyton) in zijn rechterhand. Beiden zijn gekleed in een mantel die hun lichaam half bedekt.

De rest van de scène

Aan het voeteneinde van het bed zit een vrouw van wie wordt aangenomen dat zij de echtgenote van de heros is. Haar voeten rusten op een voetenbankje en met haar rechterhand brengt zij een wierookoffer in een brandertje. Op tafel zien we het dodenmaal: broden, vruchten en piramidevormige koekjes. In de linkerhoek is een naakt jongetje te zien dat wijn serveert uit een groot vat. Hij houdt een schenkkan vast en mogelijk het deksel van het mengvat of een drinkschaal. Ook zien we een paardenhoofd in de omlijsting linksboven en een slang die zijn kop heft naar de offergaven die op tafel liggen. De scène is omgeven door pilasters en een daklijst.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen