Pan
De hier afgebeelde mythologische figuur is de natuurgod Pan. In de beeldende kunst wordt hij wel weergegeven als half mens, half dier, soms met een menselijk lichaam, maar ook met de poten en de kop van een bok. Meestal heeft hij horens en een sik, en af en toe een staart.
Amoureuze god van bergen, weiden en landleven
Pan wordt voor het eerst beschreven in een Homerische hymne en geldt daar als de god van de bergen, de weiden en het landleven. Hij is uiterst amoureus en zit vooral achter de nimfen aan, die dikwijls voor hem vluchten. Toen de nimf Syrinx niet op de avances van Pan wilde ingaan, werd zij door de goden veranderd in rietstengels. De syrinx (panfluit), het muziekinstrument dat Pan bespeelt, is van riet gemaakt en genoemd naar deze nimf. De plotselinge verschijning van de natuurgod kan angst en pijn veroorzaken bij mens en dier, zo wil het mythologische verhaal.
Jonge god in contraposthouding
Het beeld dat het Rijksmuseum van Oudheden in bezit heeft (zie afbeelding), is waarschijnlijk een Romeinse kopie van een Grieks origineel van de beroemde beeldhouwer Polycleitus (5e eeuw v.Chr.). Pan is hier volledig naakt weergegeven. Het enige dierlijke element zijn de hoorntjes op zijn hoofd. De jonge god staat in de klassieke contraposthouding: het lichaam rust op het rechterbeen, terwijl het linkerbeen schuin opzij staat.
Panfluit en herdersstok
Pan staat op een veelhoekige plint en wordt aan de achterkant gestut door een boomstronk. De god heft zijn linkerhand en houdt daarmee een panfluit met negen pijpjes vast. In zijn rechterarm draagt hij een herdersstok (pedum). Het beeld van Pan is op verschillende plaatsen gebroken geweest en gerestaureerd.