Mijlpaal op tien kilometer van Voorburg
Als je niet beter wist, zou je kunnen denken dat de Romeinen in Nederland de basis hebben gelegd voor de ANWB. Langs het uitgebreide wegennet dat zij aanlegden om hun legers gemakkelijk te kunnen verplaatsen, zetten zij op regelmatige afstand mijlpalen neer waarop stond hoe ver het nog was naar de dichtstbijzijnde grote plaats. Zoals de ANWB dat vele eeuwen later zou doen met zijn borden.
Stenen zuilen met inscriptie
De mijlpalen waren grote stenen zuilen die werden geplaatst bij de aanleg of reparatie van een weg. De inscriptie op zo’n zuil was voor het grootste deel gewijd aan de namen en titels van de keizer die de mijlpaal had laten plaatsen. De hier afgebeelde kalkstenen mijlpaal (205 centimeter hoog) vormt daarop geen uitzondering. De tekst op de zuil luidt in vertaling: ‘Aan keizer Marcus Aurelius Antonius, opperheerser, hogepriester, voor de zestiende maal volkstribuun, voor de derde maal consul, en aan keizer Lucius Aurelius Verus, opperheerser, voor de tweede maal volkstribuun, voor de tweede maal consul. Vanaf Municipium Aelium Canafatium 7 (of 12) mijlen.’
Forum Hadriani
De mijlpaal is in 162 na Chr. geplaatst onder het bewind van de twee genoemde keizers. Municipium Aelium Canafatium is de officiële naam van Forum Hadriani, de hoofdstad van de Cananefaten, een inheemse stam die een deel van het huidige Zuid-Holland bewoonde. De stad is genoemd naar haar stichter, keizer Hadrianus, die in 120 na Chr. dit gebied bezocht. Uit opgravingen is gebleken dat de stad gelegen moet hebben op het landgoed Arentsburg in Voorburg. Dat ligt ongeveer zeven Romeinse mijlen van de vermoedelijke vindplaats van de mijlpaal. Een Romeinse mijl staat gelijk aan 1478 meter.
Afwijkende letters en fouten
De mijlpaal is omstreeks 1500 gevonden bij Monster of Naaldwijk. De steen is in de lengte gespleten, waardoor de tekst beschadigd is. Er is lang aan getwijfeld of de mijlpaal wel echt Romeins was en geen vervalsing. De letters zijn namelijk op een andere dan Romeinse manier uitgehakt. Bovendien bevat de inscriptie een aantal opvallende fouten. Inmiddels denken experts dat de mijlpaal wel echt is, maar dat de tekst na de vondst opnieuw en niet geheel foutloos is aangebracht.
Latere verplaatsingen
Na de vondst kwam de mijlpaal in het klooster Sion in Delft terecht. Omstreeks 1545 verhuisde hij na een ruil met de monniken naar het huis van mr. Hypolitus Persijn tussen Den Haag en Wassenaar. In 1780 werd het huis van Persijn afgebroken en werd de mijlpaal ondergebracht in het huis Baak bij Zutphen. Daar werd hij in 1827 ontdekt door prof. Caspar Reuvens, de eerste directeur van het Rijksmuseum van Oudheden. In 1838 schonk baron Van der Heyden van Baak hem aan het museum.