Vrouwenhoofdjes in glas
De beker met appliques (eerste afbeelding, 4de na Chr., 24,1 centimeter hoog) is gemaakt van vrij geblazen, licht olijfgroen glas. Hij is versierd met twaalf appliques (opgelegde ornamenten) in de vorm van vrouwenhoofdjes. Ze zijn aangebracht als half vloeibare glasklompjes die onmiddellijk daarna werden bewerkt met een stempel in de vorm van zo’n hoofdje.
Knobbels
Doordat daarbij de glaswand ook zeer heet was, zijn de appliques een beetje door de wand heen geschoten. Aan de binnenkant van het glas zien ze eruit als knobbels. Ook het stempelen ging niet helemaal goed. De kopjes zijn iets verdraaid en daardoor vaag geworden.
Beperkt vindgebied
Bekers in deze vorm worden bijna uitsluitend gesitueerd in Noord- en Noordoost-Gallië, het gebied in de Romeinse tijd waartoe een deel van Frankrijk, België, delen van Nederland en Duitsland behoorden. Verreweg de meeste exemplaren zijn niet versierd. De hier afgebeelde beker is in 1914 gevonden in een graf in Cuyk, samen met een kan van aardewerk die is gedateerd in de 4de eeuw na Chr. In Cuyk lag een Romeinse nederzetting.
Appliques
Het gebruik van appliques op glas is een traditie die stamt uit de 1ste eeuw na Chr. Vanaf die tijd werd er vaak een applique gezet onder aan het oor van een kan. Het was een stijlvorm die was ontleend aan het bronzen vaatwerk uit die tijd. Appliques op de wanden zien we pas verschijnen bij 4de-eeuws glaswerk. Voorbeelden daarvan zien we terug in leeuwenkopjes op een beker of vrouwenhoofdjes op een schaaltje.
Smalle beker
De smalle hoge beker zonder appliques (tweede afbeelding, 4de eeuw na Chr., 22,5 centimeter hoog) is eveneens gemaakt van vrij geblazen, licht olijfgroen glas. Hij is versierd met ingeslepen lijnen die zijn ontstaan door een roterend wieltje dat tegen de glaswand werd gehouden. Het voorwerp zou zijn gevonden op het Vrijthof in Maastricht tijdens opgravingen in de periode 1969-1970. Dit type beker komt vrij algemeen voor in 4de-eeuwse graven in Noord- en Noordoost-Gallië.