Glazen kan uit Romeins graf
Deze glazen kan, die nog bijna helemaal gaaf is, is gevonden in een Romeins graf in Cuijk, waar in de Romeinse tijd een nederzetting lag. Naast vaatwerk van aardewerk en brons zijn bij opgravingen van dergelijke nederzettingen vrijwel overal in het voormalige Romeinse rijk glasscherven van gebruiksvoorwerpen teruggevonden. Een van de meest verspreide voorwerpen was een vierkante glazen fles die werd gebruikt voor het transport en de opslag van vloeibare voedingsmiddelen, zoals olijfolie.
Glazen kan
De afgebeelde glazen kan is een bijzonder stuk dat tot het tafelservies van de beter gesitueerden behoorde. Het exemplaar werd in 1913 gevonden toen in Cuijk een aantal tuintjes van huizen langs de markt en de hoofdstraat werd omgespit tijdens een zoektocht naar Romeinse oudheden. Daarbij werden veel compleet aardewerken vaatwerk en een enkel stuk glas gevonden.
Directeur komt langs
De toenmalig directeur van het Rijksmuseum van Oudheden, Jan Hendrik Holwerda, ging in Cuijk een kijkje nemen naar aanleiding van krantenberichten. Hij constateerde dat het opgegraven materiaal afkomstig was uit graven die ooit gelegen hadden langs een van de uitvalswegen van de Romeinse nederzetting ter plaatse. De meeste graven dateerden uit de Flavische periode (70-100 na Chr.), de tijd waarin de keizers van de Flavische dynastie aan de macht waren. In een van die graven werd de glazen kan gevonden.
Speciaal procédé
De kan is volgens een speciaal procédé gemaakt. Hij is voorgeblazen in een geribde, cilindrische vorm en daarna verder geblazen. De hals is een kwartslag gedraaid ten opzichte van het lichaam, waardoor de lichte draaiing van de ribben op de hals is ontstaan. Het oor is er apart aan gezet en voorzien van een middenrib. Het uiteinde is ver uitgetrokken en met een scherp voorwerp getand. De kleur van het glas is groenblauwachtig, wat meestal de natuurlijke kleur van glas is.