Hanzeschotel
De schaal op bijgaande afbeelding is opgebaggerd uit de Maas bij Rossum en dateert uit de dertiende eeuw. Het is een zogenoemde Hanzeschotel van brons die aan de binnenkant is voorzien van graveringen. In heel Europa zijn ruim tweehonderd van dergelijke schotels gevonden. Het merendeel daarvan is naar boven gehaald uit rivieren.
De Hanze
De naam Hanzeschotel is eigenlijk misleidend, omdat dit soort schotels weinig te maken heeft met de Hanze. De (Duitse) Hanze was een verbond van handelssteden dat vanaf de dertiende eeuw de veiligheid en rechten van kooplieden moest waarborgen, en zich ook bezighield met internationale politiek en maatregelen tegen zeeroverij. Onder andere Deventer, Zutphen, Kampen, Zwolle, Stavoren, Bolsward en Groningen waren Hanzesteden.
Schotels vanaf de elfde eeuw
De zogeheten Hanzeschotels kwamen al vanaf de elfde eeuw voor. Toen bestond de Hanze nog niet. Waarschijnlijk heeft het handelsverbond wel bijgedragen aan de verspreiding van de schotel. Het oorspronkelijke productiegebied van de Hanzeschotel is Westfalen en het Rijn- en Maasgebied. De schotel uit Rossum is waarschijnlijk gemaakt aan de benedenloop van de Elbe, waar zich vanaf 1200 een productiecentrum ontwikkelde.
Productie
Het brons van de schotel is samengesteld uit koper met weinig zink en wisselende hoeveelheden lood, zilver, nikkel en ijzer. Ze werden in mallen gegoten en vervolgens met een drijfhamer in model gebracht. De vorm en afmetingen van de schotels zijn praktisch overal gelijk. De spiegel waarin de graveringen werden aangebracht, was meestal vlak.
Voorstellingen en motieven
Vermoedelijk kwamen de schotels vooral in intellectuele milieus voor, zoals in kloosters. Mogelijk fungeerden ze als wasbekken. Ze heten ook een ‘spiegel tot lering’ te zijn vanwege de christelijke, mythologische en allegorische voorstellingen en teksten die erop zijn aangebracht. Daarnaast werden er soms geometrische motieven en motieven uit de plantenwereld in gegraveerd. Soms werd een motief op één schotel uitgewerkt en een andere keer op twee. Dat gebeurde vooral bij samengestelde motieven, zoals bij klassieke liefdesparen als Pyramus en Thisbe, en bij allegorische begrippen als hoogmoed.
Schotel uit Rossum
Op de schotel uit Rossum zien we engel- of vleugelfiguren in drie cirkelvormige zones. Ook zijn er twee reeksen van inscripties aangebracht die betrekking hebben op verschillende ondeugden. Schaaltypen als dit behoren tot de ‘Superbia-schalen’, oftewel hoogmoedschalen. In het midden staat Superbia, de hoogmoed, een van de hoofdzonden van het middeleeuwse christendom. Superbia weerhield mensen ervan om in God te geloven.
Figuren en inscripties
Op de Rossumse schaal staan rondom de centrale figuur vier andere figuren in het medaillon. Aan weerskanten van hun hoofden zien we inscripties met teksten als DOITRA (afgoderij), IRA (afgunst), VXVDIA (toorn) en INUIDIA (wellust). Verder zien zijn er nog drie andere ondeugden weergegeven: ODIUM (haat), PECCATUM (zonde) en DOLUS (bedrog).