Waardevolle roestklompen
In 1992 stuitten archeologen op een aantal roestklompen in het graf van een familiehoofd in Geldrop (Noord-Brabant). Ze bleken van grote waarde. Op röntgenfoto’s zagen de blij verraste archeologen 24 beslagstukken van een riem met aan het ene uiteinde een gesp en aan het andere uiteinde een riemtong, bedoeld om de riem te verstevigen. Alle beslagstukken waren ingelegd met messing, zilver en hier en daar almandijn, een rode halfedelsteen. De riem moet de eigenaar letterlijk en figuurlijk een schitterend aanzien hebben gegeven.
Riemen uit Zuid-Duitsland of Noord-Frankrijk
Riemen als deze werden via handelsnetwerken ingevoerd vanuit Zuid-Duitsland of Noord-Frankrijk. Het graf van het familiehoofd werd gevonden tussen de resten van enkele vroegmiddeleeuwse boerderijen en bijgebouwen. Die stamden uit de tijd dat Nederland deel uitmaakte van het grote Frankische rijk dat werd geregeerd door Merovingische koningen. Tussen de huizen werden enkele graven met sieraden, wapens en gouden munten aangetroffen, waarschijnlijk van familiehoofden die daar tussen 650 en 675 zijn begraven.
Leider te paard
In het graf van de roestklompen en de kostbare beslagstukken was het familiehoofd als ruiter begraven, met een schild naast zich en een spoor aan zijn linkervoet. Het bezit van paarden was in die tijd een statussymbool voor de elite. De man moet dan ook een leidende figuur zijn geweest. Ook de vorm van het graf wijst daarop: de dode was te ruste gelegd in een grafkamer.
Gouden munt
In de mond van het familiehoofd vonden de archeologen een gouden munt. Dat duidde op een oud gebruik. Het stelde de dode in staat om de reis naar de volgende wereld probleemloos af te leggen. Voor de oudheidkundigen was de munt handig met het oog op de datering. De munt is een imitatie van munten die in de handelspost Dorestad (ter hoogte van Wijk bij Duurstede) werden geslagen door de bekende muntmeester Madelinus, eveneens in de periode 650-675.