In 1930 werden in het Limburgse dorp Simpelveld drie Romeinse sarcofagen opgegraven. Een daarvan was zeer bijzonder. In die sarcofaag lagen giften voor de overledene, zoals gouden sieraden en voorwerpen van zilver, glas en aardewerk. Ook werden de crematieresten aangetroffen. Maar wat de vondst zo uniek maakte, was de rijkelijk met beeldhouwwerk versierde binnenkant van de grafkist. In de sarcofaag was het gedetailleerde interieur van een kamer gemaakt. Op een bank ligt de overledene, een vrouw. In de wanden zijn nissen gehouwen. Tussen de laatste nis en het voeteneinde van de bank is een afbeelding van een Romeinse villa gemaakt. Waarschijnlijk is dat het huis waarin de overleden vrouw woonde. In 1937 werden vlakbij inderdaad de resten van een Romeinse villa teruggevonden. Die was van het type dat overeenkomt met de weergave in de sarcofaag.