Twintig scherven (gedeeltelijk aan elkaar passend) van een beker van geverfd aardewerk van het type Hofheim 26, versierd met een gezicht in barbotine. Het stuk is gerestaureerd tot een complete beker.

Nederland was vanaf ongeveer 50 v.Chr. tot aan de 5e eeuw na Chr. onderdeel van het Romeinse Rijk. Tot in de 4e eeuw na Chr. vormde de Rijn in Nederland de noordelijke grens (Limes) van het Romeinse Rijk. Om die grens te bewaken werden er een keten aan forten, kleine versterkingen en wachttorens met bijbehorende wegen gebouwd. Rondom de forten ontstonden vaak dorpjes waar onder andere de familieleden van de soldaten woonden. De vrije tijd en avonden werden onder andere doorgebracht met het drinken van bier en wijn. Dit is een drinkbeker met een gezicht erop. Hij is gemaakt van geverfd aardewerk. Het gezicht is er met klei apart op gemaakt. Dit soort potten zijn op verschillende plaatsen in Nederland gevonden. Het zou kunnen zijn dat de Romeinen deze potten als apotropeïsch (kwaadafwerend) beschouwden. Maar het vrolijke gezichtje zou ook kunnen verwijzen naar de toestand van degene die deze pot heeft leeggedronken. Misschien werden deze potten ook wel bij ceremonies voor de goden gebruikt. Deze pot is in twintig losse scherven gevonden in Woerden (Utrecht) waar het Romeinse Fort Laurium ooit gelegen heeft. Die zijn door het RMO gekocht van de vinder en in het museum verder aangevuld en gerestaureerd tot hoe de pot er nu uitziet. Deze tekst is geschreven in 2024 en is gebaseerd op: de Bruin, Romeinen langs de Rijn, 2020, p.49.