Kan met bandoor en radstempelversiering

Nederland middeleeuwen

Behalve voor normale huishoudelijke doeleinden, zoals het bewaren van voedsel, werden potten gebruikt als urn. De as van de brandstapel en de resten van de dode werden in de urn gestopt en deze werd vervolgens begraven. Het verbranden van lijken kwam tot in de Vroege Middeleeuwen voor. Door de komst van het christendom, dat het cremeren verwerpt, werden de doden alleen nog maar begraven. Pas in de twintigste eeuw is het cremeren weer in zwang geraakt. Ook de hier afgebeelde kan werd als urn gebruikt. Hij werd gevonden in het Merovingisch grafveld van Rhenen.

Details

Afmetingen: H. 20,2 cm ; Diam.(incl. tuit en oor): 27,1 cm
Materiaal: aardewerk (gladwandig) (Frankisch)
Periode: vmeb 525-725 n.Chr.
Vindplaats: Nederland, Utrecht, Rhenen, Rhenen, graf 481
Verwerving: overdracht 1982 januari
Inventarisnummer: Rh 481 A

Relevante topstukken

Alle topstukken