Kenmerkend voor het hoogversierde of 'Vlaamse' aardewerk is de toepassing van meerdere versieringstechnieken. De ontwikkeling van dit aardewerk is het resultaat van technische veranderingen in het middeleeuwse pottenbakkersbedrijf, zoals de introductie van het roodbakkend aardewerk en de toepassing van verschillende kleuren glazuur. Daardoor ontstonden nieuwe motieven, zoals gezichten, rozetten, schelpen, schubben en bloemen. De grote kruik is versierd met schelpvormige applieken. Het maskertje is afkomstig van een zogenaamde gezichtskan. Beide voorwerpen hebben donkergroen loodglazuur en zijn dertiende-eeuws. Het hoogversierd aardewerk was typisch luxueus serviesgoed, bestemd voor de tafels van welgestelde burgers.