In de Middeleeuwen werden ijzeren ploegschoenen, ook wel ‘ploegschaar’ of ‘spadeblad’ genoemd, gebruikt in de landbouw. Ze werden bevestigd aan het deel van de haakploeg dat de grond in ging. Deze ploegen werden voortgetrokken door runderen, meestal ossen, die het land openscheurden voor bewerking. Deze ploegschaar uit de periode 700-1000 is teruggevonden in Kootwijk (Gelderland). In de 9e eeuw ontstond Kootwijk aan een vennetje in een uitgestrekt duingebied. Op het hoogtepunt woonden er zo’n honderd tot honderdvijftig mensen verspreid over twintig hoeven. In de 10e eeuw droogde het ven op, maar waterputten maakten bewoning nog mogelijk. De akkers zijn nog lang bewerkt, ook toen er al regelmatig zand overheen stoof. Uiteindelijk werd het dorp in de 12e eeuw verlaten en bedolven onder het zand. Deze ploegschaar is gevonden bij een opgraving van het RMO. Een deel van de vondsten uit Kootwijk is toegewezen aan het museum door de Staatscommissie van Archeologisch Onderzoek. Deze tekst is geschreven in 2024 en is gebaseerd op: A. Willemsen 2023, Het jaar 1000, p.23 ; Tentoonstellingsteksten RMO, Het jaar 1000 (2023-2024).