Vrijgeblazen glas

Het hier afgebeelde balsamarium met zwanenhals en de kelk (eerste plaatje) zijn waarschijnlijk afkomstig uit de 1ste eeuw na Chr. Het zijn ontkleurde voorwerpen van vrijgeblazen glas, die in die tijd in opkomst waren, net als de glazen pot op de tweede afbeelding. Het was een tijd waarin het vrij geblazen glas populair werd. Het vrij blazen van glas bood tal van mogelijkheden in vorm en afmeting en leverde bovendien goedkopere producten op dan mogelijk was met de methoden die voordien werden toegepast.

Natuurlijke glaskleur

Hoewel de glasblazers in de 1ste eeuw na Chr. nog wel vaak een voorkeur hadden voor de traditionele, bonte kleuren, zien we ook veel vaatwerk in de natuurlijke blauwgroenachtige glaskleur verschijnen. Dat geldt vooral voor huishoudglas, zoals eenvoudige parfum- en balsemflesjes, grote vierkante en ronde flessen, en voorraadpotten. Op alle mogelijke Romeinse vindplaatsen worden scherven van dit vrijgeblazen glas aangetroffen. De kelk en het balsamarium zijn weliswaar ontkleurd, maar waar de glasmassa dik is, zien we er toch nog de natuurlijke glaskleur doorheen schemeren.

Balsamarium

Het balsamarium lijkt een beetje op een vogel. Het werd geblazen uit een holle glasstaaf die aan het uiteinde van de staart werd dicht gesmolten nadat de inhoud erin was gestopt. Die kon er alleen worden uitgehaald door de staart af te breken. Bij het hier afgebeelde exemplaar werd de zwanenhals waarschijnlijk afgesloten met een stop. Het voorwerp is op een normale manier van een klompje glas geblazen. Vergelijkbare exemplaren zijn gevonden in het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied en worden gedateerd in de 1ste-2de eeuw na Chr. De kelk (1ste eeuw na. Chr., zelfde gebied) behoort tot het tafelservies en werd waarschijnlijk gebruikt als drinkbeker.

Pot met M-vormige oren

De glazen pot met M-vormige oren (tweede afbeelding) behoort tot een reeks glazen potten met een geprononceerde voet, een gladde, bolle buik en een min of meer uitstaande hals, met of zonder rand. De afmetingen en vorm kunnen variëren. Deze beker wordt gedateerd in de tweede helft van de 1ste eeuw en de hele 2de eeuw. De pot kon dienen als voorraadpot, maar fungeerde meestal als crematie-urn. De verbrande botten van de overledene werden dus in de pot gestopt. Vaak werd de pot afgesloten met een glazen deksel en in een container van lood of steen geplaatst. Potten als deze komen voor in een gebied dat zich uitstrekt van Noord-Afrika tot Italië en Zuid- en Noord-Gallië. Het hier afgebeelde exemplaar is mogelijk afkomstig uit Trier.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen