Portretkoppen van Romeinse mannen
De Romeinse beeldhouwkunst kende een grote variatie aan portretkoppen, zoals bijgaande afbeeldingen laten zien. De kop van een man met krullend haar, een ringbaard en een snor (tweede afbeelding) zou een portret van keizer Gallienus (regeerde 253-268 na Chr.) kunnen zijn. De andere kop met de overdreven grote ogen, het gemillimeterde haar, de streepjes van de baard en snor is een halve eeuw later gemaakt.
Realistische portretten
In de Laat-Republikeinse periode was het de gewoonte om zeer realistische portretten te vervaardigen. Dat kwam voort uit het gebruik van de Romeinen om een afdruk in was te laten maken van het gezicht van een overleden familielid, een recht dat was voorbehouden aan de aristocratie. Dergelijke voorouderportretten stonden opgesteld in het atrium, een van de belangrijkste vertrekken in het huis van gefortuneerde Romeinen. Wanneer een familielid was overleden, werd het dodenmasker meegedragen in de rouwstoet. Het aantal voorouderportretten was bepalend voor het aanzien van de familie.
Geïdealiseerde portretten
Vanaf het begin van de 1ste eeuw v.Chr. werden deze realistische portretten ook in steen uitgevoerd. Tijdens het bewind van keizer Augustus (27 v. Chr.-14 na Chr.) kwam daar verandering in. In navolging van de klassieke Griekse beeldhouwkunst kwam het geïdealiseerde portret in de mode. In de eeuwen daarna waren het de keizers – en hun echtgenotes – die een stempel drukten op de beeldhouwkunst van hun tijd. Het portret van de heerser diende als voorbeeld voor zijn onderdanen. Desondanks hielden sommige kunsttradities in de provincies nog eeuwenlang stand, zodat er een enorme variatie in stijlen bleef bestaan.
Keizer Gallienus
Het portret met het krullende kapsel is gevonden in Tripoli (Libië) en vertoont een sterke gelijkenis met de portretten die gemaakt zijn van keizer Gallienus. Het portret met het gemillimeterde haar is gevonden in de buurt van Constantinopel, het huidige Istanbul. Zeer waarschijnlijk is het een afbeelding van keizer Licinius (regeerde 308-324 na Chr.), die door zijn medekeizer Constantijn de Grote van de troon werd gestoten en gedood.