Portret van keizer Licinius

Klassieke oudheid

Romeinse portretkop van een man van fijnkorrelig transparant wit marmer met bruingele patina. Aan het stuk ontbreken vele details, vooral in het haar, aan wenkbrauwen, neus, bovenlip en kin. De kop is afgebroken midden in de hals. Zeer kort geschoren haar is schematisch met dunne kerflijntjes weergegeven. Dit geldt ook voor de baard en de snor. In het voorhoofd liggen lijnen, die echter niet plastisch zijn uitgewerkt, maar veeleer ingegraveerd. Als portret lijkt het Oostromeinse stuk weinig individualiteit te bezitten.

Dit is een beschadigd portret van de Romeinse keizer Licinius. Het portret past in de traditie van de zogeheten ‘tetrarchen’-portretten. In 293 na Chr. werd het Romeinse rijk door keizer Diocletianus verdeeld over vier keizers of ‘tetrarchen’: twee Augusti (keizers) en twee Caesares (onderkeizers). Wanneer de Augusti zouden aftreden, dan waren de Caesares voorbereid om de hoogste taak over te nemen. Zij kozen dan weer nieuwe onderkeizers als opvolgers. Dit systeem werkte alleen met onderling vertrouwen en eensgezindheid. Die waarden werden tot uitdrukking gebracht in de portretkunst en op munten. Alle tetrarchen dragen daarop het ultrakorte soldatenkapsel en een korte, getrimde baard. De tetrachen worden als groep afgebeeld met de armen om elkaars schouders. Valerius Licinianus Licinius bestuurde het oostelijke Romeinse Rijk van 308 tot 324 na Chr., in de periode dat Constantijn de Grote over het westelijke Rijk heerste. Licinius trouwde met de zus van Constantijn, Constantia, maar raakte later met zijn westerse medekeizer in conflict. Uiteindelijk greep Constantijn in 324 na Chr. de macht in het oostelijke gedeelte van het Rijk na zijn overwinning op Licinius in de slag bij de Hellespont. Constantijn liet Licinius arresteren en ophangen. Daarna werd de herinnering aan Licinius met opzet uitgewist ('damnatio memoriae’), wat zichtbaar is op deze portretkop. Hoewel Licinius in Constantijns propaganda werd afgeschilderd als een heiden van de oude stempel en een vervolger van christenen, zijn er sterke aanwijzingen dat Licinius de christenen juist welgezind was en wellicht zelf ook was gedoopt. Ook zijn blik naar de hemel kan in deze richting wijzen. Deze tekst is geschreven in 2024 en is gebaseerd op: Willemsen (red.), Topstukken uit het Rijksmuseum van Oudheden, 2020, p. 149.

Details

Afmetingen: H. 28 cm, B. 18 cm, diepte 23 cm
Materiaal: marmer
Periode: late keizertijd 295-305 n.Chr.
Vindplaats: Turkije, Istanbul, Istanbul, Istanbul/Constantinopel
Verwerving: aankoop 1961 maart
Inventarisnummer: I 1961/3.1

Relevante topstukken

Alle topstukken