Een kleine tentoonstelling met bijzondere invalshoek
(uitsluitend online te zien)
door:
Petra Hogenboom, oud-assistent-conservator collectie Egypte
Papyrusrol met spreuken
Een dodenboek is een papyrusrol met een verzameling spreuken. Het werd geschreven in cursieve hiërogliefen, of het daarvan afgeleide hiëratisch. De meeste tekst werd geschreven in zwarte inkt. Maar belangrijke delen werden in rode inkt geschreven, zoals het begin van een nieuwe spreuk of een geheime naam.
Boek van het voortgaan bij dag
Dodenboeken komen voor vanaf het Nieuwe Rijk (ca. 1550 v.Chr.) en werden meegegeven met de mummie in het graf. In het Oudegyptisch heet het ‘Boek van het voortgaan bij dag’. Het was een gids voor de reis van de dode naar het eeuwige leven in het hiernamaals.
Bron van essentiële kennis
Het dodenboek geeft een beschrijving van de vele uitdagingen en gevaren die je kunt tegenkomen op je weg naar het dodenrijk. De spreuken vertellen je hoe je alles moest doorstaan. Het is dus een bron van essentiële kennis voor het succesvol behalen van een wederopstanding. De spreuken variëren in volgorde en hoeveelheid.
Hoe rijker, hoe meer spreuken
Een dodenboek kon naar de voorkeuren van de eigenaar worden gemaakt. Hoe rijker je was, hoe groter je dodenboek kon zijn, dus hoe meer spreuken je kon laten vastleggen. De spreuken zijn vaak voorzien van illustraties, die vignetten worden genoemd. Elk vignet laat een belangrijke stap naar het eeuwige leven in het hiernamaals zien.
Het dodenboek van Tajoeheryt
Tik of klik op de voorwerpen voor meer informatie.
Maak kennis met Tajoeheryt
Dit dodenboek is elf meter lang en geschreven van rechts naar links. De lengte van de tekst laat zien dat de eigenaresse, een dame genaamd Tajoeheryt, belangrijk en rijk was. Tajoeheryt leefde in Thebe, tijdens de 21ste dynastie van de Derde Tussenperiode (1076-944 v.Chr.). Tajoeheryt was een Nebet-Per, ‘Meesteres-van-het-huis’ en Sjemat, ‘Zangeres’ van de god Amon-Re en de godin Moet. Ze was daarmee een priesteres in het Thebaanse tempeldomein van Amon, dat in deze tijd enorm invloedrijk was. Hier ziet u Tajoeheryt in haar mooiste kleding. Ze houdt een sistrum vast, een muziekinstrument dat wordt geassocieerd met tempelrituelen en verwijst naar haar rol binnen de cultus van Amon.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 8, detail
Het domein van Osiris
Op dit fragment staat Tajoeheryt voor Osiris, de god van het hiernamaals. Volgens de Egyptische mythologie was Osiris de eerste opgestane dode, nadat hij door zijn broer Seth was gedood. Door de magische krachten van zijn vrouw Isis en zus Nephthys, en met hulp van de mummificatiegod Anoebis, werd het in stukken gehakte lichaam van Osiris verbonden en weer aan elkaar gezet. Hij werd opnieuw tot leven gewekt en werd koning van het dodenrijk. Net als Osiris wilde Tajoeheryt het eeuwige leven bereiken in het hiernamaals. Daarvoor moest ze eerst een aantal uitdagingen doorstaan en gevaren trotseren. De spreuken in het dodenboek zouden haar daarbij helpen.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 26
Meereizen met de zonnegod
Om de tocht naar het hiernamaals te maken, spiegelde de dode zichzelf aan de zonnegod Re. Die reisde overdag door de hemel in zijn bark (schip). Iedere avond ging de zon onder, naar de wereld onder ons. Tijdens de nacht reisde de zonnegod door de onderwereld, om iedere ochtend weer opnieuw te verschijnen. Aan deze cyclus van wederopstanding wilde de dode deelnemen. Hier staat Tajoeheryt in het midden van de ‘zonnebark’. Links aan het roer staat Re, rechts naast hem staat de scheppersgod Atoem. Rechts van Tajoeheryt staan Thot, de god van de wijsheid, en Maät, de godin van de orde en kosmische balans. Zij heeft een struisvogelveer op haar hoofd. Deze goden hielpen de zonnegod bij het doorstaan van de nacht in de onderwereld en het herrijzen in de ochtend. Zo beschermden ze ook de overledene die dezelfde uitdaging aangaat.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 8
Door de poorten
Een onderdeel van de gevaarlijke reis naar het hiernamaals was het bedwingen van verschillende obstakels. Zo kwam de overledene diverse poorten tegen, met daarin godheden. Naast de poorten stonden wachters. Het aantal poorten en wachters per poort kon variëren. Elke godheid en wachter had een eigen naam en ze moesten telkens anders worden aangesproken. De namen en aanspreekvormen geven aan hoe gevaarlijk deze figuren konden zijn. Bijvoorbeeld ‘Hij-met-het-gezicht-van-een-Nijlpaard, vol-van-kracht’ of ‘Eter-van-de-vuiligheid-uit-zijn-achterste’. In het dodenboek wordt beschreven hoe de poorten en wachters moesten worden aangeroepen. Alleen als de overledene het goede wachtwoord kon geven, mocht hij of zij de reis vervolgen.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 21-22
Langs heuvels en grotten
Behalve poorten waren er nog andere obstakels die men moest overkomen tijdens de tocht door de onderwereld. De overledene kon verschillende heuvels en grotten tegenkomen. Ook die werden bewaakt door gevaarlijke godheden en alleen de juiste kennis kon je helpen om ze voorbij te komen. Op dit fragment heeft Tajoeheryt een sistrum in haar hand, het attribuut van haar functie. Rechts boven de tekst staan twee afbeeldingen: links een weergave van een grot, rechts een weergave van een heuvel. Op andere afbeeldingen van grotten en heuvels in het dodenboek van Tajoeheryt is te zien dat deze ook bewaakt werden door verschillende monsters.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 25-24-23
Gevaren trotseren
Behalve poorten, heuvels en grotten waren er nog meer uitdagingen en gevaren op de weg naar het eeuwige leven in het hiernamaals. Je kon ook gevaarlijke dieren, enge monsters en demonen op je pad tegenkomen. Het dodenboek bevat spreuken om jezelf tegen al deze gevaren te beschermen. Deze spreuken worden voorzien van afbeeldingen van die de verschillende wezens: krokodillen, slangen en insecten, maar ook demonen met een gemengd uiterlijk. Op dit fragment ziet u Tajoeheryt en een demon met het uiterlijk van een slang met mensenbenen. Verschillende spreuken geven de dode de nodige informatie om dit soort figuren de baas te kunnen.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 1
Anoebis ontfermt zich over de dode
De Egyptenaren geloofden dat het lichaam nodig was om opnieuw tot leven te komen in het dodenrijk. Daarom moest via een dodenboekspreuk ook de mummie worden beschermd bij de begrafenis en in het graf. Deze spreuk komt ook voor op mummiekisten en magische bakstenen die in het graf werden geplaatst. Op dit fragment buigt Anoebis zich over de mummie van Tajoeheryt. Deze god met de jakhalskop zorgde voor de overledene tijdens de mummificatie en begrafenis. Naast hen staan twee godinnen: links Isis, rechts Nephthys. Ze zijn te herkennen aan de hiërogliefen op hun hoofd. Samen met Anoebis wekten zij ooit Osiris opnieuw tot leven. Tajoeheryt hoopte op dezelfde uitkomst.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 19
Vereniging met de Ba-ziel
Heel belangrijk voor de wederopstanding in het hiernamaals was de vereniging van het lichaam van de overledene met de Ba-ziel. De oude Egyptenaren geloofden dat de ziel uit verschillende delen bestond. Na de dood moest een deel van de ziel, de Ba, in staat zijn zich dagelijks te verenigen met het lichaam van de overledene in het graf. Om die reden werd hiervoor spreuk 89 met afbeelding opgenomen in het dodenboek: “Kom voor mijn ziel, oh beschermer van de hemel. Moge het mijn lichaam zien, moge het rusten op mijn mummie, die nooit zal worden vernietigd of nooit zal vergaan.”
- inventarisnummer: AMS 40, vel 13
Ba-vogel
De Ba-ziel moest dagelijks het graf kunnen verlaten om terug te keren naar de mummie. Daarom werd de Ba weergegeven als een vogel met een mensenhoofd. Om de Ba-ziel te helpen zich te herenigen met de dode, gaf men dit soort houten beeldjes mee in het graf. Soms stonden ze los, en soms waren ze bedoeld om te worden bevestigd aan een mummiekist of grafsteen. Dit beschilderde houten beeldje toont een Ba-vogel met een verguld gezicht en een zonneschijf op het hoofd. Net zoals de zon iedere dag opkwam en onderging, zou ook de Ba iedere dag opnieuw verschijnen en zich verenigen met de mummie.
- inventarisnummer: L.IX.30
Beoordeling door het godentribunaal
Na de zware tocht door de onderwereld kwam de overledene aan bij de toegang tot het hiernamaals. Daar werd door het godentribunaal bepaald of je tijdens je leven wel een goed mens was geweest. Tajoeheryt moest hier haar goede karakter bewijzen door 42 misdaden te ontkennen voor 42 goden, hier afgebeeld in het midden. In de kolommen boven de goden staan de aanspreekvormen, omdat iedere godheid correct moest worden aangesproken. In de kolommen eronder staan de ontkenningen van iedere misdaad, want elk niet-begane delict diende je bij de juiste god te ontkennen. Als deze negatieve bekentenissen goed waren uitgesproken, én als je inderdaad niet schuldig was, dan mocht je naar de volgende beoordeling.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 16-18
Het wegen van het hart
Vervolgens kwam Tajoeheryt bij Osiris om haar hart te laten wegen. Dat werd op de weegschaal vóór Osiris geplaatst en gewogen ten opzichte van de veer van Maät, de godin van orde en balans. Het hart ligt links. Aan de andere kant van de weegschaal ligt meestal de veer, maar hier zien we een kleine afbeelding van Maät. Ze heeft de struisvogelveer op haar hoofd. Rechts staat Maät zelf, daarachter zit Osiris. Bij hen staat ook Thoth, de god van de wijsheid en het schrift. Hij was getuige van de beoordeling en legde de uitslag van de weging vast. Als Tajoeheryt een slecht leven had geleid, dan zou het hart zwaarder blijken dan de veer van Maät. In dat geval werd ze verslonden door het monster onder de weegschaal: Ammoet. Die was een mengvorm van de engste dieren in Egypte: leeuw, nijlpaard en krokodil. Als Tajoeheryts hart licht genoeg was, dan was ze een goed mens geweest en mocht ze zich bij Osiris in het dodenrijk voegen.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 14
Hartscarabee
Om jezelf te verzekeren van een goede uitkomst van het wegen van het hart, kon je de dodenboekspreuk ook opnemen op een amulet. Bijvoorbeeld op een hartscarabee, een amulet in de vorm van een mestkever. Dit insect rolt een mestbal voor zich uit, met daarin zijn eieren. Hieruit kwamen jonge kevertjes: nieuw leven uit een levenloze massa. De Egyptenaren beschouwden dit als een krachtig symbool van wederopstanding. Op de platte onderkant van de scarabee staat de dodenboekspreuk. De tekst spreekt direct het hart aan, met de vraag om zich niet tegen de dode te keren: “Sta niet op als getuige tegen mij, wees niet tegen mij in het tribunaal. Vertel geen leugens over mij in de aanwezigheid van de god!”
- inventarisnummer: AS 15b
Het meer van vuur
Nóg een beoordeling die de overledene kon tegenkomen, was het meer van vuur. In het dodenboek wordt beschreven hoe je dit kon overleven. Op dit fragment ziet u een vierkant: een meer met de rode kleur van vuur. Het is omgeven door vier fakkels en vier bavianen. De fakkels verwijzen naar het vurige meer. De bavianen werden geassocieerd met de zonnegod en verwijzen naar het opkomen en ondergaan van de zon, symbool voor wedergeboorte. Om te worden beoordeeld, betrad Tajoeheryt het meer. Als zij zich niet goed had gedragen tijdens het leven, dan zou ze worden verzwolgen door het vuur. Als ze daarentegen een goed leven had geleid, dan zou ze energie ontvangen uit het vuur.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 14
Leven in het hiernamaals
Mocht je alle uitdagingen op je reis hebben overwonnen en de beoordeling door de goden hebben doorstaan, dan lag het eeuwige leven in het hiernamaals voor je. Een dodenboekspreuk laat zien dat in deze eeuwige ‘rietvelden’ het leven niet veel anders is dan het leven hier en nu. Het landschap ziet er hetzelfde uit en hetzelfde werk moet worden gedaan, maar het is natuurlijk wel wat paradijselijker. Zo groeien de gewassen twee keer zo hoog. Hier zien we Tajoeheryt in een grote afbeelding die haar eeuwige leven in het hiernamaals toont. De afbeelding helpt om een eeuwige voedselvoorziening in het hiernamaals te bewerkstelligen. Daarom staan er diverse activiteiten op die daarmee te maken hebben: zaaien, ploegen en oogsten.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 11
Shabti's
Je wilde niet zelf op het land moeten werken in het dodenrijk. Een dodenboekspreuk kon shabti’s aansporen om dit voor jou te doen. Deze kleine beeldjes werden meegegeven in het graf. De term shabti is afgeleid van het Egyptische woord wesjeb, wat ‘antwoorden’ betekent. Als de overledene werk zou moeten verrichtten, dan zouden de shabti’s antwoorden en voor hem of haar aan het werk gaan. Daarom hebben ze vaak gereedschappen in hun handen. Shabti’s worden in verschillende soorten teruggevonden, naar de mode van de tijd. Ze bevatten vaak de dodenboekspreuk en zien eruit als een mummie, of als de dode tijdens het leven, in dagelijkse kleding.
Varen in het hiernamaals
Als je in het hiernamaals was, wilde je je ook kunnen verplaatsen. Net zoals in het gewone leven, was reizen over water de meest gebruikelijke manier van reizen in het dodenrijk. Dat kon met kleine bootjes die waren gemaakt van papyrus, of met grotere schepen. Via een dodenboekspreuk kon de overledene gebruik maken van de veerboten in het dodenrijk. Op dit fragment zit Tajoeheryt op een schip met een zeil. De boot waar ze gebruik van maakt, wordt voortgetrokken door drie goden. De vorm van de boot gaat terug op hoe deze oorspronkelijk werden gemaakt. Lange papyrusstengels werden samengebonden aan de uiteindes tot een boot.
- inventarisnummer: AMS 40, vel 9
-
Maak kennis met Tajoeheryt
Priesteres van Amon
-
Het domein van Osiris
Eeuwig leven in het hiernamaals
-
Meereizen met de zonnegod
Samen in een bootje
-
Door de poorten
Langs de 'Eter-van-de-vuiligheid-uit-zijn-achterste'
-
Langs heuvels en grotten
Bewaakt door gevaarlijke godheden
-
Gevaren trotseren
Slang met mensenbenen
-
Anoebis ontfermt zich over de dode
Bescherming tijdens mummificatie en begrafenis
-
Vereniging met de Ba-ziel
Belangrijk voor wederopstanding
-
Ba-vogel
Hulp voor de overledene
-
Beoordeling door het godentribunaal
42 misdaden, 42 goden
-
Het wegen van het hart
Zo licht als de veer van Maät
-
Hartscarabee
Amulet en symbool van wederopstanding
-
Het meer van vuur
Verbranden of energie ontvangen
-
Leven in het hiernamaals
Afbeelding voor eeuwige voedselvoorziening
-
Shabti's
Hulp voor de landbouw
-
Varen in het hiernamaals
De gebruikelijke manier van reizen
Alle getoonde objecten komen uit de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden, tenzij anders aangegeven.
Bekijk nog meer web-exposities