Prehistorische vondsten uit het Brabantse natuurgebied De Maashorst waren te zien in de Actueel-vitrines. In 2010 werd in dit urnenveld bij Uden het graf van een vooraanstaande vrouw ontdekt, de ‘vorstin van De Maashorst’. In de vitrines lagen voorwerpen uit het graf en objecten uit omliggende graven die bijna een eeuw geleden zijn gevonden, in 1923. Bijzonder waren de recente aanwinsten in de museumcollectie die uit hetzelfde gebied afkomstig zijn: een urn en een aantal slijpstenen.

Urnenveld in 1923 ontdekt

Bij opgravingen in het Noordbrabantse natuurgebied De Maashorst werd in 2010 een bijzonder graf gevonden. Waarschijnlijk is hier een vooraanstaande vrouw uit de prehistorie in begraven. De waardevolle voorwerpen die in het graf werden gevonden duiden hier op. Het was niet de eerste keer dat men in dit deel van De Maashorst, de Slabroekse Heide, archeologische onderzoek deed. Al in 1923 togen twee archeologen van het Rijksmuseum van Oudheden, Holwerda en Remouchamps, naar de heidevelden. Ze groeven er een vrij omvangrijk urnenveld op met maar liefst 38 prehistorische grafheuvels. De vondsten van deze heren bevinden zich sindsdien in de museumcollectie: urnen, potten, crematiemateriaal, kledingspelden en scherven. In de eerste vitrine van deze kleine presentatie was een aantal van deze voorwerpen te zien.

2010: graf van een vrouw met status

In 2005 en 2010 is er nieuw onderzoek gedaan op de Slabroekse Heide door archeologen van de Universiteit Leiden en Archol BV. Heel bijzonder was de vondst in 2010 van een graf. Het was om verschillende redenen opmerkelijk. Zo bleek dat de overledene in gestrekte positie was begraven, terwijl men in deze periode vooral cremeerde. Het opvallendst waren de voorwerpen die in het graf waren gelegd, waaronder waardevolle arm- en enkelbanden, een bronzen speld, een barnstenen kraal en vlechtringen. Het is voor Nederlandse begrippen een uitzonderlijk rijk en bijzonder graf. Die rijkdom, gecombineerd met de afwijkende wijze van begraven, doet vermoeden dat hier iemand met status en aanzien in de prehistorische samenleving was begraven. De soort sieraden en spelden wijzen erop dat het waarschijnlijk om een vrouw gaat.

Recente aanwinsten: urn en slijpstenen

Op het braakliggende terrein vonden lokale bewoners na de opgravingen van Holwerda en Remouchamps nog resten van scherven, crematiemateriaal, bewerkte stenen en een enkele keer zelfs een complete urn. In 1932 vond Piet de Groot er een. Vorig jaar heeft zijn kleindochter de urn aan het Rijksmuseum van Oudheden geschonken, samen met enkele slijpstenen uit hetzelfde urnenveld.

Urn Brabantse vrouw met status

De urn die Piet de Groot vond in 1932 (ca. 800-500 v.Chr.)