Muntschat Hagestein
Op 21 april werd in het Stedelijk Museum Vianen een schatvondst gepresenteerd van bijna vijfhonderd laatmiddeleeuwse munten. Die zijn in 2017 gevonden bij werkzaamheden van een waterleidingbedrijf in het nieuwe dorp Hoef en Haag. De schat was begraven in een greppel langs een middeleeuwse weg, niet ver van waar ooit kasteel Hagestein stond. Muntschatten krijgen van De Nederlandsche Bank (DNB) altijd een naam en deze heet ‘Hagestein 2017’. De schat heeft een grote waarde voor de regio, omdat die past in de lokale geschiedenis. Maar als de grootste muntschat uit de 15de eeuw in Nederland is die sowieso ook van nationaal belang.
Stichtse Oorlog
In een kookpot op drie poten zaten 498 munten: twaalf gouden en de rest van zilver. Ze waren op een stuk textiel gelegd en deels in rolletjes verpakt. Een derde deel van de munten is van de Bourgondische heersers van die tijd en een ander derde deel zijn munten van David van Bourgondië, de toenmalige bisschop van Utrecht, geslagen in Wijk bij Duurstede. In het laatste deel zitten ook munten uit Friese steden, waaronder een unieke ‘kromstaart’ uit Leeuwarden. De jongste munten in de schat zijn uit 1481/82. Dat maakt het waarschijnlijk dat de muntschat is verstopt tijdens de Tweede Stichtse Oorlog van 1481-1483 in deze regio. Voor de veiligheid.
Leiden en de regio
De munten in Vianen zijn in bruikleen van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO), dat de muntschat heeft aangekocht voor de rijkscollectie. Ondanks dat de munten voor het eerst te zien zijn in de regio zelf, hoorden we in de pers een bekend sentiment: “waarom verdwijnen die mooie vondsten toch altijd naar Leiden?” In dit geval, en in veel gevallen, heeft juist de gemeente (hier Vijfheerenlanden) aangestuurd op aankoop door het nationale museum, omdat het zelf de middelen niet kon opbrengen. Vaak gaat die financiële kant samen met praktische zaken: niet elke gemeente heeft een depot, een kluis, of een archeoloog om de zaak te duiden.
Metaaldetectie en PAN
Op de achtergrond speelt hier de regelgeving rondom metaaldetectie. De meeste schatvondsten worden gedaan door particulieren met een metaaldetector. Daarmee zoeken is – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – in Nederland niet verboden, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, waaronder toestemming van de grondeigenaar en melding van de vondst, liefst bij PAN (Portable Antiquities of the Netherlands). Schatvondsten worden gedeeld eigendom van de vinder en de eigenaar van de grond. Die moeten de waarde dus splitsen.
“Oh nee, een schat!”
Juist bij schatvondsten is dat gedeelde eigendom een probleem, zoals Anton Cruysheer & Stijn Heeren in 2020 al uiteenzetten in het tijdschrift Archeologie in Nederland. De ensemble-waarde is veel groter dan de som van de delen. Het laatste wat we als archeologen en wetenschappers willen, is dat een schat uit elkaar valt, los verkocht en uit beeld verdwijnt. Dat is nu echter vaker wel het geval dan niet – de schatvondsten die het Rijksmuseum van Oudheden koopt, trekken weliswaar de aandacht, maar zijn helaas uitzonderingen.
Nationaal schatfonds
De auteurs pleiten dan ook voor een recht van (eerste) koop door musea, zoals dat in Engeland bestaat. En voor een ‘schatfonds’, omdat er vaak kosten moeten worden gemaakt voor bijvoorbeeld professionele schoonmaak, conservering, determinatie en publicatie – meestal vóór er sprake kan zijn van aankoop. Zo’n fonds zou door een onafhankelijke commissie kunnen worden bestemd. En bij het onderzoek en registratie van zo’n schatvondst zouden vinders en particulieren betrokken moeten worden, zijn en blijven.
Schatvondsten in het RMO
Muntvondsten worden altijd gedetermineerd door de mensen van de Nationale Numismatische collectie van De Nederlandsche Bank. Zij beheren ook muntendatabase NUMIS en hebben de grootste collectie munten van Nederland. Tegenwoordig koopt DNB nauwelijks nog muntschatten aan. Vaak is er een flink bedrag nodig is en moeten fondsen worden geworven. Daarom komt de taak om schatvondsten aan te kopen, en daarmee van particulier eigendom in openbaar bezit te brengen, steeds meer bij het Rijksmuseum van Oudheden te liggen. Dat is nieuw voor ons, en wij hebben geen muntenspecialisten in huis, maar in samenwerking met overheden, musea, DNB, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en zeker ook PAN komen we er wel. We hebben in ieder geval nog wat andere ‘schattige’ zaken lopen.
Met dank aan Anton Cruysheer & Pim Möhring
Reacties