“Ik was te Magelang, laat ik maar zeggen op jacht. Niet met kruit en lood – om onschuldige beesten op den weg tot volmaking te hinderen – maar naar oudheden, naar mooi.”

De Friese onderwijzer Anne Tjibbes van der Meulen bracht aan het begin van de vorige eeuw een kostbare collectie glas uit de klassieke oudheid en kunstnijverheid uit Nederlands Oost-Indië bij elkaar. De wapens, sieraden, Chinees porselein, parfumflesjes en amuletten vormen een bijzonder fraaie verzameling. De hoogtepunten werden op deze tentoonstelling voor het eerst gezamenlijk gepresenteerd. Het meest bijzonder waren de honderden fragmenten mozaïekglas: ware miniatuurkunstwerkjes van glas.

Miniatuurkunstwerkjes

Het oudste stuk uit Van der Meulens collectie is een oorbel uit 1300 v.Chr. uit Egypte. Hij verzamelde ook gebruiksvoorwerpen van glas, bijvoorbeeld flessen, voorraadpotten, bekers en kommen. De tentoonstelling liet verder zien welke productietechnieken er bij het maken van glas aan te pas kwamen. Ook het uitzonderlijke vakmanschap van de glasmakers uit de oudheid kwam aan bod. Een goed voorbeeld daarvan is het mozaïekglas uit de periode 100 v.Chr. – 100 na Chr. dat van verschillende kleuren glas en met gecombineerde technieken werd gemaakt.

Passie voor glas

Van der Meulen werkte vanaf 1886 als onderwijzer in gouvernementsdienst in Nederlands Oost-Indië. Daar begon hij kunstnijverheid te verzamelen. Later richtte hij het Indisch Museum in Burgum in, dat de grondslag vormde voor het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Op deze tentoonstelling waren ook diverse voorwerpen uit de kunstnijverheidscollectie van het Princessehof te bewonderen. De laatste acht jaar van zijn leven bracht van der Meulen door in Egypte, waar hij een grote passie ontwikkelde voor het glaswerk uit de oudheid. Bij zijn dood in 1934 kwam zijn kostbare collectie glas uit Rome, Egypte, Syrië, Palestina en Griekenland in het bezit van het Rijksmuseum van Oudheden.

Pasja van het glas