Uit een achttiende-eeuwse collectie

In de achttiende eeuw stond in Amsterdam het ‘Museum Wildeanum’. Hier bewaarde verzamelaar Jacob de Wilde zijn oudheidkundige collectie, waaronder een aantal bijzondere gemmen, kunstig bewerkte (half-)edelestenen. Bezoekers konden vier stuks uit deze collectie zien in een vitrine in de entreezaal van het museum, naast de Egyptische tempel.

De gemmen van Jacob de Wilde

Aan het begin van de achttiende eeuw stond in Amsterdam het ‘Museum Wildeanum’. Hierin herbergde de verzamelaar Jacob de Wilde zijn collectie munten, penningen, standbeelden en gemmen, die in heel Europa bekend was.

Een verzameling gesneden stenen

De Wilde werkte voor de Amsterdamse Admiraliteit en had geen oudheidkundige opleiding genoten. Maar zijn enthousiasme kende geen grenzen. Hij breidde zijn verzameling uit, en beschreef en interpreteerde zijn collectie in uitbundige publicaties. In 1703 verscheen zijn boek Gemmae selectae met een overzicht van zijn verzameling gesneden stenen, ofwel gemmen.

Collectie overgedragen

Na De Wildes dood raakte zijn unieke collectie verspreid over andere verzamelingen. Uiteindelijk is een groot deel weer bij elkaar gekomen in de collectie van het voormalig Geldmuseum in Utrecht. Een deel van die collectie werd in 2013 aan het Rijksmuseum van Oudheden overgedragen.

Gemmen De Wilde