Samenwerking met Yarmouk Universiteit
Het archeologisch onderzoek in Tell Damiyah staat onder leiding van dr. Lucas Petit, hoofd afdeling Collecties en Onderzoek van het Rijksmuseum van Oudheden, en prof. dr. Zeidan Kafafi, emeritus hoogleraar archeologie en president van de Jordaanse Yarmouk Universiteit. Na vooronderzoek in 2004 en 2005 ging het huidige onderzoeksproject van start in 2012. Tot 2019 heeft het team op de nederzettingsheuvel gewerkt en is sindsdien bezig met de publicatie van de resultaten.
Doel van de opgraving
Het belangrijkste doel van de opgravingen is de bewoningsgeschiedenis tussen 1400 en 500 v.Chr. te reconstrueren. Zo hoopt het team te kunnen verklaren waarom grootmachten als Assyrië en Egypte destijds in de heuvel geïnteresseerd waren. Men wil ook antwoord vinden op de vraag hoe het dorp – ondanks droogte en aardbevingen – zo’n duizend jaar stand kon houden. De opgraving kan bovendien informatie bieden over de achtergronden van de Jordaanse collectie van het Rijksmuseum van Oudheden. Die is afkomstig uit deze regio, maar over de historische context ervan is niet veel bekend.
Late IJzertijd: uniek heiligdom
Het opgravingsteam heeft tussen 2004 en 2029 een 2700 jaar oud, multifunctioneel complex opgegraven, met onder andere opslagruimtes en een heiligdom. Het heiligdom bestaat uit een rechthoekige kamer van 8×6 meter met twee podia. Het is het eerste heiligdom uit de late IJzertijd dat in deze streek is gevonden en door de uitzonderlijke vondsten van groot belang voor het onderzoek naar met name de religieuze geschiedenis van het Nabije Oosten. In en rond het gebouw vond het team verschillende beschilderde terracotta beeldjes van paarden en vrouwen. Ook werden scarabeeën en zegels uit Egypte en een spijkerschrifttekst uit Irak gevonden. Waarschijnlijk gebruikten vooral handelaren en reizigers het heiligdom om te bidden en te offeren. Niet alleen de vondsten duiden daarop, maar ook de ligging van Tell Damiyah op een kruispunt van twee belangrijke handelswegen en bij een oversteekplaats van de Jordaan. Tijdens de afgelopen opgravingsseizoenen is duidelijk geworden dat deze plek ook in de eeuwen ervoor een religieuze functie bezat. In de bewoningslagen onder het 2700 jaar oude heiligdom trof het team talrijke terracotta beeldjes aan en ook een enorm, beschilderd opslagvat dat waarschijnlijk gebruikt is voor religieuze activiteiten.
Een heftige brand
De opeenvolgende heiligdommen stonden waarschijnlijk centraal op de heuvel, slechts omringd door een paar huizen van klei. Of we echt van een dorp kunnen praten is nog onzeker, maar de paar inwoners maakten textiel, en waren actief in landbouw, veeteelt en jacht. Aardewerk en schriftelijke aanwijzingen doen vermoeden dat er een nauwe band bestond met het machtige Nieuw-Assyrische Rijk. Rond 700 v.Chr. verwoeste een heftige brand het dorp, inclusief het laatste, unieke heiligdom.
Perzische en Hellenistische tijd
In de Perzische en Hellenistische periode (ca. 550-200 v.Chr.) is Tell Damiyah gebruikt als opslagplaats. De archeologen hebben diepe putten gevonden, die oorspronkelijk waren gevuld met veevoer. De afwezigheid van architectuur wijst mogelijk op een nomadische achtergrond van de bewoners of gebruikers. In de putten lagen ook veel voorwerpen die met textielproductie te maken hebben, zoals spinklosjes en weefgewichten.
Byzantijns en Ottomaans grafveld
De hele top van Tell Damiyah blijkt in de Byzantijnse tijd, en opnieuw in de Ottomaanse periode, gebruikt te zijn als grafveld. Vooral tijdens de opgravingsseizoenen in 2012 en 2013 werd intensief onderzoek gedaan naar de talrijke graven. In de meer dan zestig graven werden skeletten van kinderen en volwassenen uit het eerste en tweede millennium na Chr. gevonden. In sommige graven werden kralenkettingen gevonden. Andere graven bevatten ingelegde ringen en een glazen flesje naast het hoofd.
Steun en financiering
De opgraving wordt gesteund door de Oudheidkundige Dienst in Jordanië. Het project wordt gefinancierd door het Rijksmuseum van Oudheden en de Yarmouk Universiteit. Andere partners en bedrijven die dit project steunen of hebben gesteund zijn: de Universiteit van Groningen, de Technische Universiteit van Delft, de Universiteit Leiden, Liverpool University, Cranfield Forensic Institute, Hashemite University, Freie Universität Berlin, de Nederlandse Ambassade in Amman, Miniyours en SOB Research.