De eerste vrouwelijke conservator van het museum
In het museumarchief van het Rijksmuseum van Oudheden is een schat aan informatie over de geschiedenis van het museum te vinden. Bijvoorbeeld de correspondentie vanaf de oprichting van het museum in 1818.
Brievenarchief
De brieven tussen 1818 en 1923, bij elkaar zo’n elf strekkende meter, zijn inmiddels gedigitaliseerd met behulp van subsidie van Metamorfoze, het nationale digitaliseringsprogramma tot behoud van het papieren erfgoed. De brieven vindt u in het digitaal archief van het Rijksmuseum van Oudheden.
Project Liefdewerk Oud Papier
Door die meters brieven scrollen is lastig en tijdrovend. Om ze beter toegankelijk te maken is twee jaar geleden het project Liefdewerk Oud Papier gestart. Zo’n twintig vrijwilligers, verspreid over het hele land, voeren thuis van elke brief datum, onderwerp, afzender etc. in, zodat het brievenarchief 1818-1923 uiteindelijk geheel doorzoekbaar zal zijn met zoektermen.
De brieven
De brieven zijn vaak geschreven in negentiende-eeuws schuin handschrift dat niet altijd even goed te lezen is en soms is de inkt ook erg vervaagd. Het is dan flink puzzelen om de tekst te ontcijferen. Ook termen die nu in onbruik zijn geraakt, maken het lezen soms lastig. Zo duurde het even voordat duidelijk werd wat er met het woord plombure werd bedoeld: het loodje waarmee destijds een poststuk werd verzegeld.
Inhoud
Het aardigst is natuurlijk de inhoud van de brieven. Sommige gaan eenvoudig over het ontbreken van een bonnetje bij een declaratie. Maar er zijn ook spannende brieven, zoals over een boek van een Italiaanse architect die bij de bouw van een grafmonument in Bologna op de resten van Etruskisch dorp stuit. De brieven geven ook inzicht in het verbluffend grote netwerk dat het Rijksmuseum van Oudheden onderhield met archeologische instellingen en particulieren die er soms een heel eigen verzameling op na hielden.
Johanna Brants
Vanaf 1911 duiken er brieven op van Johanna Brants: een vrouw die actief was in de archeologie in een tijd waarin deze discipline werd gedomineerd door mannen. Mede door de informatie uit haar brieven is het mogelijk haar loopbaan te schetsen. Johanna Brants leefde van 1875 tot 1961. Toen ze tien jaar was, overleed haar vader en verhuisde haar moeder met vijf kinderen (een jongen en vier meisjes) van Vlissingen naar Leiden. Brants bezocht daar de meisjes-HBS, leerde boekhouden en kreeg tekenlessen. Haar oom, hoogleraar Franchimont, gaf haar les in Latijn. Toen ze volwassen was, vertrok Brants naar Engeland om daar Franse les te geven. In 1911 keerde ze terug in Leiden en begon haar carrière bij het Rijksmuseum van Oudheden.
Volontaire
In eerste instantie was Brants onbezoldigd volontaire bij het museum. Hoogleraar en directeur Antonie Holwerda gaf haar een stoomcursus klassieke archeologie. Al in 1913 publiceerde Brants de catalogus Antieke terra-cotta lampen uit het Rijksmuseum van Oudheden, met daarin de 1197 stuks tellende verzameling van het museum. Al deze lampen dragen tot op de dag van vandaag een inventarisnummer dat met haar achternaam begint.
Benoemingsperikelen
Holwerda was zeer tevreden over Brants en verzocht de curatoren van de Universiteit Leiden om haar met ingang van 1914 te benoemen tot conservator/assistente. Hoewel zijn verzoek in eerste instantie werd afgewezen, schreef hij hen wederom met de volgende woorden: “Dat zij thans voor het Museum geheel onmisbaar geworden is, (………) is boven alle twijfel verheven.” Zo kreeg Brants per 1 januari 1916 haar vaste aanstelling. Het duurde echter tot 1927 voordat ze ook het bijbehorende salaris kreeg.

Johanna Brants
Eenmaal in functie
Als conservator schreef Brants artikelen over voorwerpen uit het museum en gaf bovendien onderwijs. Ze werd ook internationaal bekend door haar werk aan de beschrijving van de klassieke verzameling van het Rijksmuseum van Oudheden. Daarnaast reisde ze regelmatig op eigen kosten naar vooral Italië en Griekenland, waar ze speurde naar collecties en voorwerpen die voor het museum van belang waren. Ook werkte ze mee aan de inrichting van de in Amsterdam gehouden tentoonstelling Hellas en Rome, die in 1929 in Amsterdam werd gehouden. Daarin werden klassieke voorwerpen uit Leiden tentoongesteld.
Ontslag
Spijtig genoeg voor haarzelf en het museum werd Brants in 1932 ontslagen, vanwege bezuinigingen die tijdens de crisisjaren noodzakelijk waren. Ze was toen nog geen 60 jaar, maar had gelukkig ook een actief sociaal leven buiten de museale wereld. Zo was ze een sportieve vrouw die hockeyde, motor reed en met snelle boten door de Leidse grachten voer. Johanna Brants zou uiteindelijk 85 jaar worden. Haar graf is te vinden op de begraafplaats Groenesteeg in Leiden, waar ook haar toenmalige directeur Antonie Holwerda zijn laatste rustplaats heeft gevonden.

Groepsfoto uit 1924, met o.a. Johanna Brants (zittend, helemaal rechts)

Olielampje 'Brants 165'