Multidisciplinair team duikt in zevenduizend jaar oude vondsten
Een multidisciplinair team van archeologen, fysisch-antropologen en chemisch analisten heeft de vondsten uit het grafveld van Elsloo (Limburg) opnieuw onderzocht. Het leverde opmerkelijke, nieuwe informatie op over rolpatronen binnen de oudste boerensamenleving van Nederland. Grafgiften als vuurstenen pijlpunten, stenen bijlen en maalstenen worden doorgaans strikt aan mannen of vrouwen toegeschreven. Maar in het grafritueel van Elsloo bleken ze minder sekse-gebonden te zijn dan gedacht. Verder ontdekten de onderzoekers dat de rijke grafgiften vaak bij ouderen horen, meestal vrouwen. Dat kan duiden op een bijzondere positie binnen de gemeenschap.
Nuance in prehistorische rolpatronen
De wetenschappers onderzochten grafgiften en botmateriaal uit het neolithische grafveld van Elsloo in de gemeente Stein, het oudst bekende grafveld van Nederland (circa 5100-4950 v.Chr.). De resten werden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw opgegraven. Ze zijn afkomstig uit de samenleving van de ‘Lineaire Bandkeramiek’, de eerste boeren van Europa. De nieuwe onderzoeksbevindingen betekenen dat er een duidelijke nuance is aan te brengen in de prehistorische rolpatronen van mannen als jager, veehoeder, krijger en bouwer en vrouwen als verzorgers en pottenbaksters. De grafgiften uit Elsloo blijken tenslotte niet per definitie de eigendommen van een overledene, maar eerder van de nabestaanden.
Nieuwe ideeën over grafgiften
De grafgiften en botresten zijn intensief onderzocht met moderne methoden als gaschromatografie en lipiden-, isotopen- en houtskoolonderzoek. Ook de gebruikssporen op de voorwerpen werden geanalyseerd. Van een aantal van de overledenen kon op basis van crematieresten het geslacht en de leeftijd worden vastgesteld. Op basis van die gegevens kon men concluderen dat vuurstenen pijlspitsen en stenen bijlen, die traditiegetrouw aan mannen worden toegeschreven, in Elsloo ook veelvuldig voorkomen in vrouwengraven. Dit werpt nieuw licht op het traditionele idee dat grafgiften persoonlijke eigendommen waren en representatief zijn voor het dagelijks leven en geslacht van de overledenen.
Begrafenisrituelen en -tradities
Opvallend is dat graven van ouderen rijk zijn uitgerust, en met name die van vrouwen. Daardoor lijkt het dat er een zekere status te koppelen is aan ouderdom. Dit gaat samen met de gedachte dat ouderen het kennisreservoir van een gemeenschap vormen en dat zij de verwantschapsnetwerken met andere bandkeramische dorpen onderhielden. Ouderen waren dus cruciaal om als groep te overleven. Ook lijkt er sprake van een begrafenistraditie met specifieke grafgiften en rituelen. Vaak hadden die te maken met jacht, voedselbereiding, houtbewerking en lichaamsversiering. Zo zijn veel overledenen besprenkeld met rode oker. Daarnaast zijn vrijwel alle grafgiften intensief gebruikt, ongeacht het geslacht en de leeftijd van de overledene in het graf. Het lijken specifieke gebruiksvoorwerpen van de nabestaanden te zijn die doelbewust in het graf zijn meegegeven. De rol van de levenden, en hun keuzes en rituelen rondom de dood, komen daarmee duidelijk in beeld.
Onderzoek en tentoonstelling
Na de opgravingen van zestig jaar geleden, zijn de vondsten uit het grafveld van Elsloo in beheer van het Rijksmuseum van Oudheden gekomen. Het nieuwe onderzoek is uitgevoerd door een multidisciplinair team wetenschappers, onder leiding van Archol, het Rijksmuseum van Oudheden en de Universiteit Leiden, en binnen het programma Kennis voor Archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een selectie vondsten uit het grafveld wordt vanaf 24 juni 2022 een jaar lang tentoongesteld in het Historiehuis van de Maasvallei in Elsloo.
Bewaarde crematieresten uit de graven (foto: Archol)
Opgravingsleider prof. dr. Modderman geeft uitleg over de bandkeramische graven aan de lokale geestelijke. (1959, foto: Universiteit Leiden)