Godsdienst

De godsdienstbeleving van de oude Grieken reikte tot in het hiernamaals en ging vaak gepaard met agrarische festiviteiten. Voor de doden werd goed gezorgd, zodat zij rustig konden voortbestaan in het schimmenrijk van de god Hades, een van de vele godheden die werden vereerd.

Het Griekse veelgodendom

De oude Grieken hadden net als de oude Egyptenaren niet één god, maar meerdere goden. Zij beleden hun veelgodendom (polytheïsme) in tempels die werden gebouwd en onderhouden door de polis – de gemeenschap of staat. Diezelfde gemeenschap was verantwoordelijk voor de cultus waarmee de godsdienst werd omgeven.

Oorsprong

De Griekse godencultuur gaat ver terug. De meeste Griekse goden komen we al tegen in de bronstijd (ca. 1600-1000 v.Chr.) op kleitabletten van de Myceners. Eind 7de eeuw v.Chr. verrezen de eerste stenen tempels. De Grieken waren ervan overtuigd dat er één grote godenfamilie bestond die werd geleid door een oppergod. Zij geloofden dat hun godenwereld was opgebouwd uit opeenvolgende generaties en dat de doden uiteindelijk samenkwamen in het schimmenrijk.

Zeus

Voor zover bekend was de dichter Hesiodus de eerste die begin 7de eeuw v.Chr. enige orde probeerde te scheppen in de godenwereld – en daarmee in de wereld van de mensen. In zijn werk Theogonia begint de evolutie bij de god Uranus en gaat zij via de godheid Chronus naar Zeus. Bij deze oppergod wordt de wereldorde voltooid en voor de eeuwigheid vastgelegd. In die wereld moet de mens zijn plek zien te vinden onder de waakzame, strenge blik van Zeus.

Godin van de oogst

In de Griekse traditie was de godsdienstbeleving vooral een zaak van de polis. Dit manifesteerde zich onder andere in de jaarlijkse festiviteiten en plechtigheden die geënt waren op de agrarische kalender (zaai- en oogsttijd). Demeter, godin van de oogst, stond daarbij dikwijls in het brandpunt van de belangstelling, evenals Dionysus, god van de wijn.

Rituelen en evenementen

Andere rituelen hadden betrekking op de opvoeding van kinderen of op de opname van jongvolwassenen in de gemeenschap. Daarbij werd de hulp ingeroepen van de orakelgod Apollo, een van de belangrijkste godheden, en Artemis, godin van de jacht, de vrouwen en de maan. Sommige religieus geïnspireerde evenementen reikten tot ver over de lokale grenzen van de gemeenschap. Dat gold bijvoorbeeld voor de vierjaarlijkse Spelen in Olympia, de oorsprong van onze Olympische Spelen.

Schimmenrijk

In de overtuiging van de Grieken bestond er een onderwereld waar de doden een vorm van bestaan leidden onder het bewind van de god Hades. De nabestaanden zorgden ervoor dat de schim of geest van de overledene tevreden werd gesteld, om te voorkomen dat die als een spook zou blijven ronddolen in de wereld van de levenden. Daarom moesten de riten bij een crematie of begrafenis, met passende offers, zorgvuldig worden uitgevoerd en gold een juiste behandeling van de doden als een familie- of burgerplicht. De onderwereld werd bewaakt door de reusachtige driekoppige hond Cerberus, die ook als beveiliger optrad voor Hades, de goddelijke heerser over de dood.

Menselijke goden

Bij de Grieken stonden de goden en de mensen dichter bij elkaar dan bij de godenverering in Mesopotamië, het land waarmee Griekenland in de 9de-8ste eeuw v.Chr. nauwe economische banden aanknoopte. Waar de Mesopotamische goden onberekenbare, meedogenloze machten waren die van de mensen absolute onderdanigheid eisten en hen met rampen konden treffen, waren de Griekse goden een stuk menselijker. Ze waren machtig, maar ook behept met menselijke eigenschappen, dus in moreel opzicht ook niet altijd een goed voorbeeld. Ze konden ook wraakzuchtig zijn. Hun menselijkheid werd nog eens onderstreept door de fysieke voorstellingen die de Grieken van hun godheden maakten. Ze werden dikwijls afgebeeld in volmaakte menselijke gedaanten (antropomorfisme), waardoor ze dichter bij de mensen kwamen te staan.

Twaalf Olympische goden

De godenwereld van de Grieken lijkt redelijk overzichtelijk. We kennen de twaalf Olympische goden, zo genoemd naar hun veronderstelde woonplaats, de berg Olympus in Macedonië, en hun functie of rol: Zeus (oppergod), Aphrodite (liefde), Apollo (o.a. poëzie), Ares (oorlog), Artemis (o.a. jacht), Athena (wijsheid), Demeter (oogst), Dionysus (wijn), Hephaestus (vakmanschap), Hera (huwelijk), Hermes (communicatie) en Poseidon (zee).

Tegenstrijdige hoedanigheden

Maar het Griekse pantheon omvatte meer goden en geloofsrichtingen dan er op dit lijstje staan. Het veelgodendom was een rekbaar begrip. Er was een veelheid aan godheden die niet behoorden tot het twaalftal van de Olympus, zoals Eros (lust), Nikè (overwinning), Asclepius (geneeskunst) en Hades (onderwereld). De verering van de ene godheid sloot die van een andere godheid ook niet uit. Bovendien werden er soms ogenschijnlijk tegenstrijdige hoedanigheden toegeschreven aan een en dezelfde god. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de godin Athena die zowel vereerd werd om haar masculiene vermogen tot oorlogvoering als om haar goddelijke (vrouwelijke) verantwoordelijkheid voor de textielnijverheid, het spinnen en weven.

Beelden

Wat alle godsdienstvereringen met elkaar gemeen hadden, was de behoefte om goddelijke machten zichtbaar te maken in beelden, reliëfs en andere objecten, zoals vazen. Hoe mooier en groter een godsbeeld was, hoe groter het belang dat aan de godheid werd toegekend. Dat verklaart bijvoorbeeld ook de kolossale afmetingen van de houten met goud, zilver en ivoor bedekte beelden van Zeus in de tempel bij Olympia en van Athena Parthenos in Athene, die in de 5de eeuw v.Chr. werden vervaardigd door de beeldhouwer Pheidias.

Macht

De macht die aan godenbeelden werd toegeschreven, was groot. Zo staat er in de Ilias van Homerus dat het beeld van Athena beweegt en zij haar hoofd schudt om duidelijk te maken dat ze de smeekbeden van de Trojanen naast zich neerlegt. Ook deden er verhalen de ronde over de gewoonte om beelden vast te ketenen, zodat ze niet zouden weglopen. Zelfs de beelden van goden vervulden dus een belangrijke rol in een Grieks mensenleven.

Apollo

Romeins beeld van de Griekse god Apollo