Mannenbeeldjes

In de zogenoemde archaïsche periode (ca. 600-480 v. Chr.) kwam bij de Etrusken de bronsbewerking tot bloei. Kunstenaars lieten zich inspireren door Griekse monumentale sculpturen uit de 6de eeuw v. Chr. – de meer dan manshoge naakte mannenbeelden (kouroi) en de geklede vrouwenbeelden (korai). De Etrusken imiteerden deze beelden op een geheel eigen manier: ze streefden niet, zoals de Grieken, naar een perfecte weergave van het menselijk lichaam, maar waren meer geboeid door ritme en beweging van de figuren. In de Etruskische kunst ligt de nadruk dan ook vooral op de expressie van houdingen en de weergave van belangrijke lichaamsdelen, zoals het hoofd en de handen.

Datering

De datering van de Etruskische bronzen beeldjes is nog vaak een probleem. Ze zijn jonger dan hun Griekse voorbeelden, maar hoeveel jonger is niet altijd te zeggen. De bewoners van de grote Etruskische steden langs de Tyrrheense kust hadden direct contact met de Griekse kolonies in Zuid-Italië en met Griekenland zelf. Daaruit kan worden afgeleid dat er ongeveer een generatie zit tussen de Etruskische beeldjes en de Griekse sculpturen. In de binnenlanden van Etrurië ligt het moeilijker, omdat daar tradities langer bleven bestaan en invloeden van buitenaf langzamer ingang vonden.

Griekse invloed

De invloed van de Grieken zien we in elk geval duidelijk terug in de bronzen kouros uit Cortona (eerste afbeelding, ca. 540-510 v. Chr.). De houding van de naakte man is strak, zijn linkerbeen staat iets naar voren, de armen strak langs het lichaam, het hoofd opgeheven, en ogen die over de toeschouwer lijken heen te kijken. Al deze elementen zijn overgenomen van de 6de-eeuwse Griekse kouroi, die op hun beurt zijn geïnspireerd door de beeldhouwkunst uit Egypte.

Details

Door incisie zijn de details bijzonder fijn weergegeven, zoals de wenkbrauwen, oogharen, irissen en pupillen. Op de borst en buik zien we tepels, de navel en het schaamhaar. Het kapsel is strak en valt in acht lange lokken over de schouders. Veel van deze beeldjes zijn aangetroffen in heiligdommen die gewijd waren aan Apollo, de god die de Etrusken vereerden onder de naam Aplu.

Krijger

Het grote, massief gegoten beeld van een krijger (tweede afbeelding), ook afkomstig uit de archaïsche periode, is gevonden in de buurt van Ravenna. Het is tussen 540 en 520 v. Chr. gemaakt in Centraal-Etrurië. Oorspronkelijk droeg de krijger een lans in de rechterhand en een schild aan de linkerarm. De helm is van het Kretenzische type, met een helmkam die uitloopt in een zwanenkop (hier verloren gegaan).

Inscriptie

Het kuras is gevormd naar de spierpartijen in het lichaam. De onderbenen zijn bedekt met scheenkappen. Het gezicht laat duidelijk een Ionische invloed zien: zachte, bijna vrouwelijke gelaatstrekken met kleine amandelvormige ogen. In de 6de eeuw v. Chr. was die invloed duidelijk merkbaar in de Etruskische kunst. Op de zijkant van het rechterbeen is een inscriptie aangebracht: THUCER HERMENAS TURUCE, oftewel ‘Thucer Hermenas wijdde {mij}’. De naam zou van een legerleider kunnen zijn geweest die zijn Etruskische troepen aanvoerde bij de verovering van het gebied rond Ravenna en zijn triomf vierde met een groot, kostbaar geschenk.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen