Zwartfigurig aardewerk

Op een van de bijgaande afbeeldingen zien we twee amforen die gedecoreerd zijn met grote ogen en twee slangen. Onder de slangen zijn dolfijnen en hazen uitgebeeld. De betekenis van de voorstelling is duister. Mogelijk verwijzen de slangen naar contact met de onderwereld en moeten we de dolfijnen en hazen associëren met Dionysus, de god die vergetelheid en vruchtbaarheid schenkt. De amforen behoren tot het zwartfigurige aardewerk uit de 6de eeuw v. Chr. waarvan grote hoeveelheden zijn aangetroffen in Etruskische graven, vooral langs de Tyrrheense kust. De decoratie van deze voorwerpen is levendig en expressief.

Scheplepel en mengvat

Nog een voorbeeld van dit aardewerk zien we op de andere afbeelding. Dit voorwerp wordt een kyathos genoemd, een soort scheplepel waarmee wijn uit een mengvat kon worden geschept en over de drinkschalen verdeeld. De scheplepel is gedecoreerd met een gevleugelde demon of godin, geflankeerd door twee sfinxen. Ernaast staat een stamnos, een mengvat voor water en wijn, met een bolle vorm en een wijde mond. Op de decoratie van dit vat zien we twee jongens die met handgebaren druk in gesprek zijn.

Corinthisch aardewerk

De invloed van Grieks aardewerk laat zich hier duidelijk gelden. In de 7de en begin 6de eeuw v. Chr. werd in Etrurië op grote schaal Corinthisch aardewerk ingevoerd en geïmiteerd. Omstreeks 575 v. Chr. veranderde de import geleidelijk ten gunste van aardewerk uit Atheense werkplaatsen. Dit aardewerk met zwarte figuren tegen een licht oranje achtergrond werd in Etrurië steeds populairder.

Verwarring

Toen de graven met grote hoeveelheden zwartfigurig aardewerk in de achttiende en negentiende eeuw werden ontdekt, dachten oudheidkundigen te maken te hebben met Etruskisch fabricaat. De voorwerpen werden dan ook steevast aangeduid als vasi etruschi, ‘Etruskische vazen’. In de loop van de negentiende eeuw toonde nader onderzoek aan dat er verschil moest worden gemaakt tussen Grieks, Zuid-Italisch en Etruskisch aardewerk.

Etruskische imitaties

Ook het Attische zwartfigurige aardewerk werd door de Etrusken geïmiteerd. Vaak zijn de Etruskische versies goed te herkennen: de potten zijn dikwijls niet zo nauwkeurig gemaakt, hebben dikkere wanden (en zijn daardoor zwaarder), de klei is grover en minder goed gebakken, en ze wijken qua vorm vaak af van hun Griekse voorbeelden. Bovendien is de decoratie slordiger.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen