De collectie Reynst
De oudste verzameling sculptuur uit Griekenland en Rome in Nederland was in de 17de eeuw te vinden in de verzameling van de gebroeders Reynst in Amsterdam. Gerard Reynst (1599-1658) en zijn jongere broer Jan (1601-1646) waren welgestelde en invloedrijke kooplieden in de periode dat Amsterdam zijn gouden eeuw beleefde. In hun huis ‘De Hoop’ aan de Keizersgracht nr. 209 waren naast een grote verzameling sculptuur ook Egyptische oudheden, muntcollecties, meer dan tweehonderd Italiaanse schilderijen, boeken en rariteiten te zien. Dit privémuseum trok vele belangrijke bezoekers, onder wie Amalia van Solms en Cosimo de Medici.
Oorsprong in Venetië
De oorsprong van de collectie antieke sculptuur van de gebroeders Reynst ligt in Venetië. Jan Reynst had hier in 1625 een dependance van het handelshuis geopend en ervoor gekozen zijn zaken in deze stad persoonlijk te leiden. In 1629 slaagde hij erin de privécollectie van Andrea Vendramin te verwerven, die onder meer 230 oudheden en 140 schilderijen omvatte. Hij stuurde de collectie naar Amsterdam, waar ze in huis De Hoop werd opgesteld. In 1660 werden twaalf beelden uit deze verzameling gekocht om deel uit te maken van de Dutch Gift aan de Engelse koning.
Signorum Veterum Icones
Gerard Reynst besloot zijn belangrijke schilderijen- en beeldenverzameling ook te publiceren. Een selectie van 112 beelden verscheen in de jaren 1668-9 als de Signorum Veterum Icones (‘Afbeeldingen van antieke beelden’). De titelpagina is van de hand van Gerard de Lairesse en laat zien hoe Vader Tijd met zijn zeis de overblijfselen van de oudheid te lijf gaat. De personificatie van het verstand (Prudentia) houdt hem echter in toom. Het verstand heeft het vermogen om het verleden te beoordelen, ordening in het heden te brengen en de toekomst te voorzien. Indirect prijst deze titelpagina Reynst om zijn bescherming van de antieke beelden tegen de blinde woede van de Tijd.
Collectie raakt verspreid
Na de dood van Gerard Reynst (hij verdronk in 1646 in de Keizersgracht) raakte zijn verzameling verspreid over binnen- en buitenlandse verzamelingen. Een klein gedeelte van zijn beelden kwam via de collectie Van Papenbroek in de achttiende eeuw in het bezit van de Leidse universiteit en maakte zo deel uit van de kern van het huidige bezit aan Griekse en Romeinse sculptuur in het Rijksmuseum van Oudheden.
Beschadigingen en aanvullingen
Op de platen uit de publicatie Signorum Veterum Icones zijn vrijwel alle stukken ongehavend en compleet afgebeeld. In werkelijkheid is maar een gering gedeelte van de antieke sculptuur in perfecte staat tot ons gekomen. Vooral de uitstekende delen van beelden hebben in de loop der tijden om verschillende redenen veel te lijden gehad: neuzen, armen, handen, voeten en schaamdelen. Dit geldt ook voor de stukken uit de Reynst-collectie. Vanaf de zestiende en zeventiende eeuw was het echter gebruikelijk om incomplete stukken antieke sculptuur met modern marmer aan te vullen, om de esthetische en de geldelijke waarde te verhogen. Men schrok er zelfs niet voor terug om verschillende stukken marmer tot een nieuw beeld samen te voegen. Tegenwoordig zijn de antieke beelden grotendeels van de latere toevoegingen ontdaan, maar omwille van de historische waarde worden de losse armen, benen, handen en voeten wel bewaard. Samen met de wél antieke handen en voeten vormen deze stukken een curieus onderdeel in de depots.
De losse armen, benen, handen en voeten