Thema 8: astronomie, geneeskunde en wiskunde

In de wereld van de oude Egyptenaren waren wetenschap, religie en magie nauw met elkaar verbonden. Dat gold onder andere voor de geneeskunde en de astronomie. Ziektes werden soms bestreden met een combinatie van medische voorschriften, toverkunst en religieuze aanroepingen of teksten. Hemellichamen werden nauwkeurig in kaart gebracht en van een goddelijke betekenis voorzien. Kennis diende ook een praktisch doel: hoe verplaats je zware stenen, hoe bereken je de hoogte en schuine zijden van een piramide of de oppervlakte van een cirkel, hoe win je koper uit erts?

Wetenschappelijke vaardigheden

De Egyptenaren deden veel onderzoek naar medicijnen, wiskundige, natuurkundige en scheikundige vraagstukken en sterren. Ze legden wetenschappelijke registers aan, die zorgvuldig werden bijgehouden. Sommige van die documenten – papyrusrollen – wekken de indruk dat er ook onderzoeksexperimenten werden gedaan. Een andere aanwijzing voor hun wetenschappelijke vaardigheid zijn de kalenders die ze maakten na zorgvuldige bestudering van het sterrenrijk.

Astronomie

De astronomische kennis van de Egyptenaren komt onder meer tot uitdrukking in piramideteksten, op plafonds van tempels en graven en op lijkkisten, die dikwijls met hemellichamen waren gedecoreerd. Zo weten we bijvoorbeeld dat de hemelgodin Noet niet alleen haar sterrenlichaam beschermend uitstrekte over de aarde, maar ook over de mummies en de huizen van de goden. De Egyptenaren baseerden hun kennis van het firmament op waarnemingen van sterrenstelsels, zoals de Grote Beer en Orion (sterrenbeeld in zandlopervorm).

Kalenders en Sirius

De vroegste uitingen van de sterrenkunde in Egypte waren de zogenoemde diagonale kalenders of sterrenklokken, die werden geschilderd op houten lijkkistdeksels in het vroege Middenrijk (1980-1760 v. Chr.) en in de Late Periode (722-332 v. Chr.). Deze kalenders bestonden uit 36 groepen van sterren waarin de nachtelijke hemel verdeeld was. De helderste van deze sterren was Sirius. Bij het krieken van de dag op 19 juli steeg deze ster boven de horizon uit, gelijktijdig met de jaarlijkse overstroming van de Nijl, en liet zich op elke eerste dag van een nieuw seizoen weer zien. Daarom was Sirius, ook wel aangeduid als de godin Sothis, een astronomisch verschijnsel van belang.

Planeten

Sinds het Middenrijk kenden de Egyptenaren vijf planeten. Ze werden afgebeeld als goden die in barken langs de hemel voeren: Jupiter (de god Horus die twee landen begrenst), Mars (Horus van de horizon of Horus de Rode), Mercurius (Sebegu, geassocieerd met Seth, god van de woestijn, chaos, onvruchtbaarheid, stof en kale grond, vijand van de mens), Saturnus (Horus, stier van de hemel) en Venus (‘degene die ons kruist’ of ‘god van de morgen’).

Geneeskunde

Magie speelde als goddelijke kracht een belangrijke rol om dagelijkse problemen of crises op te lossen. In onze tijd hebben geneeskunde en religie/magie – meestal – niets met elkaar te maken. In het oude Egypte overlapten deze categorieën elkaar of vulden ze elkaar aan. Een gangbare behandeling van ziekten was het gebruik van amuletten. De Egyptenaren waren ervan overtuigd dat ze heilzaam waren omdat veel ziekten volgens hen voortkwamen uit kwaadaardige invloeden of verkeerd gedrag. Godenbeeldjes of andere goddelijke attributen zouden daartegen bescherming kunnen bieden.

Geneesheren

Al in het Oude Rijk (2543-2120 v. Chr.) waren er gespecialiseerde geneesheren, zoals chirurgen, tandartsen en zelfs dierenartsen. De Griekse historicus Herodotus schreef in de vijfde eeuw v. Chr. dat Egyptische dokters ieder een eigen specialisme hadden, zoals gynaecologie, osteopathie (ziekte van de beenderen) en slangenbeten, maar daar is in een aantal gevallen geen bewijs voor gevonden.

Behandelingen

Op oude papyrusrollen zijn teksten aangetroffen over wat de Egyptenaren wisten van geneeskunde en het menselijk lichaam. Dat betrof bijvoorbeeld een dokter die piramidebouwers behandelde en problemen beschreef als gebroken benen en armen, ontwrichte en verrekte of verbrijzelde lichaamsdelen. Diezelfde dokter was misschien niet op de hoogte van hoe de bloedsomloop werkte, maar hij wist wel dat hij de conditie van het hart kon beoordelen aan de hand van de pols. De Egyptenaren wisten veel van het menselijk lichaam, maar veel ook niet. Ze wisten bijvoorbeeld dat een hersenbeschadiging tot verlamming kon leiden, maar ze wisten niet dat het brein iets te maken had met het denkvermogen. Dat schreven ze toe aan het hart.

Zwangerschapstest

Op een papyrus uit de periode 2100-1900 v. Chr. zijn beschrijvingen gevonden van de ongesteldheid van vrouwen, de toestand van de baarmoeder, vruchtbaarheid en anticonceptiemiddelen. Tot de laatste behoren bijvoorbeeld de consumptie van krokodillenpoep vermengd met zure melk of het inbrengen van een mix van honing en soda in de vagina. Op een papyrus uit 1500 v. Chr. wordt de vroegst bekende zwangerschapstest aan de hand van urineonderzoek beschreven. Andere papyrussen uit dezelfde periode vermelden honderden recepten en behandelingen bij wonden, maagklachten, gynaecologische problemen, huidaandoeningen, breuken, nijlpaardbeten, slangenbeten of aandoeningen rond de anus.

Rekenen

Wiskunde was een vak dat voornamelijk werd toegepast in praktische omstandigheden, bijvoorbeeld bij de piramidebouw. Abstracte wiskundige formules werden niet ontwikkeld. Er werd gewerkt met reeksen van kleine berekeningen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij vermenigvuldigingen. Die werden berekend aan de hand van optelsommen met getallen die in tabellen naast elkaar werden gezet.

Meetkunde

Meetkundige kennis ontleenden de Egyptenaren aan de praktijk. Ze wisten bijvoorbeeld dat de oppervlakte van een rechthoek gelijk was aan de lengte maal de breedte. Ook konden ze de oppervlakte van een driehoek berekenen. De oppervlakte van een cirkel werd uitgerekend aan de hand van de diameter. Dat deden ze door 8/9 van de lengte te kwadrateren, wat ongeveer overeenkomt met een pi-waarde van 3,16. Met hun kennis van oppervlaktesommen konden ze ook volumes berekenen van cilinders en piramides. Ook dat gebeurde met reeksen van kleine rekensommen.