Belangrijke godinnen

Het samenspel tussen de mannelijke en vrouwelijke sekse was voor de oude Egyptenaren van fundamenteel belang. Dat had te maken met hun geloof, waarvan veel onderdelen tweeledig waren (man en vrouw, kwaad en rechtvaardigheid, etc.). In de Egyptische mythologie bestonden er vóór de schepping vier oer-elementen duisternis, oneindigheid, verborgenheid en oerwater. Die waren n en ondeelbaar. Tot er uit het oerwater een ‘scheppergod’ verrees: Atoem. Hij bracht een zoon en een dochter voort, het eerste godenpaar Sjoe (de lucht) en Tefnoet (de vochtigheid). Met hen kwamen de veelvormigheid en diversiteit in de wereld, waarmee de schepping begon.

Gezin was kern van religie

Man en vrouw werden allebei verantwoordelijk gehouden voor de vruchtbaarheid en de schepping. Het gezin werd de kern van de Egyptische religie en het symbool van de schepping, regeneratie en reproductie. De meeste tempels waren gewijd aan het gezin, in de woorden van egyptologen een goddelijke triade of drietal: de stadsgod, zijn vrouw en hun kind. Zij verbeeldden de voortgang van de schepping.

Godin Moet

In deze bronzen offer- of votiefbeeldjes zien we rechts de godin Moet, echtgenote van de Thebaanse god Amon, Koning der Goden. Als gemalin van de oppergod draagt zij de dubbele kroon van Boven- en Beneden-Egypte, die ook door de koning werd gedragen. De kroon, waarvan de kenmerkende vooruitstekende krul is afgebroken, rust op een zogenoemde gierenkap die een zware driedelige strengenpruik bedekt. Moet, wat ‘moeder’ betekent, werd in het hiërogliefenschrift geschreven met het teken van een gier. De vogel duidt erop dat de Boven-Egyptische godin werd geassocieerd met de hemel. De gier was het heilige dier van de godin Nechbet el-Kab, beschermvrouwe van Boven-Egypte. Het beroemdste heiligdom van Moet lag naast de Amontempel van Karnak aan de oostoever van de Nijl, noordelijk van Luxor. De godin draagt een nauwsluitend gewaad en hield ooit enkele attributen in haar handen. Op de basis zijn namen gegraveerd.

Godin Neith

De godin links, Neith, is een typisch Beneden-Egyptische godin. Zij draagt de kenmerkende ‘rode’ kroon van dit landsdeel. Ook hier ontbreekt de kwetsbare krul. Neith was de stadsgodin van Sas, een van de oudste steden van Egypte, waarvan de farao’s van de 26ste dynastie (664-525 v.Chr.) later hun hoofdstad maakten. De Griekse historicus Herodotos (5de eeuw v.Chr.) geeft een levendige beschrijving van het jaarlijkse feest ter ere van de godin, het belangrijkste festival van de Nijldelta, waarvoor duizenden pelgrims samenstroomden naar de tempel van Neith. De godin gold als strijdbaar: de Grieken vergeleken haar met Athene. We zien dat in het beeldje terug: zij staat op een mannelijke manier met haar linkervoet naar voren. In een van de ogen is nog inlegwerk van edelmetaal te zien, waarschijnlijk elektron, een legering van zilver en goud.

Godin Bastet

De figuur in het midden is de kattengodin Bastet. Haar cultus werd vooral populair toen de deltastad Boebastis in de Derde Tussenperiode (1076-723 v.Chr.) tijdelijk de politieke hoofdstad van heel Egypte werd. In de eeuwen daarna verspreidde de kattencultus zich over heel het land, getuige het grote aantal begraafplaatsen van kattenmummies. Het bronsfiguurtje toont Bastet als vrouw met een kattenkop. Ze is gekleed in een kenmerkend gewaad met korte mouwen en bonte ingeweven patronen. In de linkerhand draagt ze een zogenoemde aegis, een dansattribuut, in dit geval met een kattenkop. De andere hand houdt een sistrum omhoog, een – deels afgebroken – ratel. Zo wordt zij gekarakteriseerd als beschermster van muziek, zang en dans. In feite vertegenwoordigt Bastet het gekalmeerde deel van de geduchte leeuwin Sachmet.

Godin Wadjet

De laatste figuur (tweede afbeelding), met leeuwinnenkop, de godin Wadjet (of Sechmet), staat tegen een obelisk. Zij is de schutsgodin van de deltastad Boeto en patrones van Beneden-Egypte. Meestal wordt zij afgebeeld als cobra of uraeus (ook een slang), die de farao beschermt. Als dochter van de zonnegod Re symboliseert zij de verblindende zonnestraling die de vijanden van de goden vernietigt en ook onder de mensen plagen kan verspreiden. De obelisk, die een bundel zonnestralen voorstelt, is hol en diende als sarcofaagje voor een gemummificeerde ichneumon, een roofdiertje dat als heilig werd beschouwd omdat het slangen verdelgde.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen