Spannend verhaal op schrift
In 305 v.Chr. werd Alexander de Grote als farao opgevolgd door Ptolemaios I, zijn voormalige generaal. Die was zich ervan bewust dat samenwerking tussen de Grieken en de Egyptenaren een eerste vereiste was om politieke stabiliteit in het land te bereiken. Een van de middelen om de verschillende culturen van deze bevolkingsgroepen te laten samensmelten was de instelling van een nieuwe eredienst. Omstreeks 286 v.Chr. verscheen de oude god Serapis in een nieuwe gedaante die elementen van de Griekse Zeus en Hades en de Egyptische Osiris en Apis in zich verenigde.
Kluizenaar Ptolemaios
Omstreeks 1820 werd in Sakkara, zo’n dertig kilometer zuidwestelijk van Caïro, een archief van zon honderd boekrollen gevonden. In deze papyri is te lezen hoe het leven van een Griekse lekenpriester in Egypte er rond 150 v.Chr. ongeveer uitzag. De Griek is in dit geval Ptolemaios, zoon van een Macedonische soldaat. Hij leefde vanaf 172 v.Chr. als een soort kluizenaar in een tempeltje van de godin Astar op het terrein van het Memphitische Serapeum, een heiligdom bij een ondergrondse begraafplaats waar de traditionele Egyptische godsdienstbeleving ondanks de Griekse overheersing behouden was gebleven.
Ptolemaios en Apollonios
De kluizenaar Ptolemaios leefde van wat pelgrims hem gaven, in ruil voor zijn uitleg van hun dromen. Ook kreeg hij af en toe iets toegestopt door zijn familie, die in Psichis woonde, vlak bij de oase Fayoem. Ptolemaios’ jongste broer Apollonios legde voor zijn broer de contacten. Apollonios was een leergierige knaap die zijn oudere broer dikwijls hielp als klerk. Veel papyri in het archief, die over een groot aantal musea zijn verspreid, dragen dan ook zijn karakteristieke handschrift.
Verhaal over koning Nectanebos II
Uit zijn jongensjaren dateert een ontroerende schrijfoefening (bovenste afbeelding), waarbij de medeklinkers van het Griekse alfabet in keurige rijtjes zijn verbonden met de zeven bekende klinkers. Later verzamelde Apollonios literaire teksten. Een daarvan is het handschrift (yweede afbeelding, 150 v.Chr., 18 centimeter hoog) met een historische vertelling over koning Nectanebos II (360-343 v.Chr.). In het verhaal wil de koning een onvoltooide, verwaarloosde tempel – het ‘Huis van Sjoe’ – alsnog van hiërogliefen in reliëf laten voorzien. Hij ontbiedt een aantal hiërogliefenhakkers en vraagt hun wie de beste is. Een zekere Petisis stapt naar voren. Hij krijgt de opdracht en een flinke som geld. Als wijnliefhebber besluit hij het er eerst even van te nemen alvorens aan het werk te gaan. Bij toeval loopt hij Hathorsjepses tegen het lijf, de mooiste vrouw van de streek.
Gebaseerd op een ware gebeurtenis
Maar helaas. Net als het spannend wordt, breekt Apollonios het verhaal af. Hij tekent nog een poppetje. En dat is het. Het verhaal kan overigens precies worden gedateerd, namelijk in de nacht van 5 juli 343 v.Chr., een paar maanden voordat de Perzen met een invasie een einde maakte aan het bewind van koning Nectanebos II. Een astronomische berekening laat zien dat het een nacht met een volle maan moet zijn geweest, zoals Apollonios had beschreven. Het verhaal berust dan ook ongetwijfeld op een ware gebeurtenis. In de vertelling wordt Nectanebos getroffen door de toorn van de god Sjoe. Dat voorspelt voor hem dus weinig goeds. Bovendien heeft hiërogliefenhakker Petisis de zaak er waarschijnlijk niet beter op gemaakt. Het ligt dan ook voor de hand om het verhaal te lezen als een verklaring voor de nederlaag van de laatste inheemse koning, Nectanebos II.