Populair groepsbeeld

Uit het Oude Rijk (2543-2120 v.Chr.) zijn veel beeldhouwwerken, vooral van particuliere personen, bewaard gebleven. Vaak komen ze uit graven en waren ze daar in speciale kamers, de serdaabs, geplaatst in de bovenbouw van een mastaba-graf (mastaba = bank). Vanaf het einde van de 5de dynastie (ca. 2350 v.Chr.) werden de beelden meestal diep opgeborgen in ruimten die uit de rotsbodem waren gehakt, vlak bij de sarcofaag van de mummie.

Magische beelden

In dezelfde periode nam de productie van beelden enorm toe. Er werd niet meer volstaan met een of twee grafbeelden per persoon, maar er werden hele series gemaakt. Dit had te maken met het toenemende vertrouwen dat men stelde in de magische functie van het beeld als reservelichaam en als onderkomen voor de ka, het zelfstandig functionerende levensprincipe van een mens. Zo liet een zekere Rawer honderd beelden van zichzelf neerzetten in zijn graf in Gizeh. Een ander hield het op vijftig. Maar dan wel van hout.

Vormen en houdingen van beelden

Van de stenen beelden die uit het Oude Rijk bekend zijn, kunnen meer dan honderdtwintig verschillende vormen en houdingen worden onderscheiden. Vaak zijn het originele variaties op of combinaties van de drie meest voorkomende beeldvormen: staande, zittende en knielende mannen of vrouwen. Een bijzonder populair beeldtype was dat van een groep van verschillende personen. Het hier getoonde groepsbeeld van twee vrouwen en een jongen is afkomstig uit de Memphitische begraafplaats bij Sakkara, zo’n dertig kilometer zuidwestelijk van Caïro.

Stereotiep beeld

De figuren staan op een laag voetstuk voor een rugplaat, het geheel gebeeldhouwd uit een blok witte kalksteen. De kunstenaar heeft zich strikt aan de gebruikelijke conventies gehouden. De jongen liet hij een stap naar voren doen, de vrouwen liet hij met beide voeten naast elkaar staan. Ook het rood voor de huidskleur van de man en het geel voor die van de vrouwen zijn stereotiep. De twee vrouwen zijn identiek, want zij stellen dezelfde persoon voor, namelijk Mertites, naamgenote van de koningin van farao Snefroe uit de 4de dynastie (Oude Rijk). Zij is hier afgebeeld met haar ka.

Mertites en Chennoe

Mertites draagt een nauwsluitende witte jurk met een patroon van blauwe ruiten. Haar kraag, amulethangers en armbanden zijn met verschillende kleuren geaccentueerd. Een korte pruik bedekt haar hoofd. De jongen, misschien haar zoon, heet Chennoe. Hij is nog een kind en daarom naakt afgebeeld. Hij houdt twee stokjes vast, de gestileerde weergave van de zogenoemde cherep-scepter en de staf, gebruikelijke attributen in hogere kringen. Volgens de inscriptie was hij schrijver en ‘hoofd van de ka-priesters’. Mertites wordt ‘Koninklijk Sieraad’ en ‘Bekende des Konings’ genoemd. Daarnaast worden haar titels toegeschreven die te maken hebben met feestelijkheden en een kappersatelier. De inscripties zijn op een lichte uitholling aangebracht, wat erop kan duiden dat het beeld eerst voor anderen bestemd is geweest. Hun namen zouden kunnen zijn weggehakt en door bovengenoemde vervangen. Zoiets kwam vaker voor.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen