Mythologische papyrus
Deze papyrus van Amon-priester Paser is afkomstig uit 1050 v.Chr. toen de hogepriesters van de god Amon in Thebe de macht grepen. De teksten en vignetten op de papyrus gaan over mythologische onderwerpen. Om die reden wordt dit soort dodenpapyri ook wel mythologische papyri genoemd.
Wisselingen van de macht
De eigenaar van de papyrus, Paser, “de zeer geprezene van zijn god”, leefde in een periode dat de priesters van de Amontempel in Karnak op de oostelijke Nijloever, noordelijk van het huidige Luxor, de dienst uitmaakten. Sinds de koningen van de 19de en 20ste dynastie hun hoofdstad naar de oostelijke Nijldelta hadden verplaatst, was het voor de farao’s steeds moeilijker geworden om greep te houden op het zuidelijk gelegen Boven-Egypte. Op het laatst van de 20ste dynastie en het Nieuwe Rijk (1539-1077v. Chr.) regeerden Egyptische koningen over heel Egypte, maar werd het zuiden waarschijnlijk geteisterd door roversbendes en invallen van Libische huurlingen.
Dodenpapyrus op luxe-formaat
De Amon-priester Paser behoorde zeker niet tot de maatschappelijke bovenlaag van de militaire hogepriesters, maar hij heeft wel geprofiteerd van het herstel van law and order en de opbloei van de welvaart in de godsstaat van Amon. Dat is te zien aan zijn dodenpapyrus, die is uitgevoerd op het luxe-formaat van 40 bij 365 centimeter. De tekst is geschreven in rode en zwarte inkt. Voor de vignetten zijn bovendien de kleuren witgeel, blauw en groen gebruikt. Opvallend is dat de vignetten meer plaats innemen dan de tekst. Bovendien zijn er naast de traditionele vignetten uit de 19de en 20ste dynastie vignetten toegevoegd die pas tijdens de 21ste dynastie in zwang raakten. Meestal zijn dat ingewikkelde composities van mythologische aard. Terwijl de dodenboeken overwegend in het hiëratisch zijn geschreven, worden in de mythologische papyri vaak hiërogliefen gebruikt.
Inhoud van de papyrus
Pasers handschrift wemelt van de schrijffouten, mogelijk doordat de mythologische papyrus van rechts naar links moet worden gelezen. De oudere dodenboeken werden meestal van links naar rechts geschreven. Karakteristiek is ook het openingsvignet. Dat bestaat uit een afbeelding van de god Osiris, koning van het dodenrijk, tronend in een schrijn of kiosk. De god wordt geflankeerd door zijn zusters Isis en Nephthys. Links staan Paser en zijn vrouw Tare(re) afgebeeld, terwijl zij de god aanbidden en hem een groot offer brengen.De luchtgod Sjoe scheidt hemel (de godin Noet) en aarde (de god Geb).
Zonnegod
Terwijl de nadruk in de inleiding op Osiris ligt, is het vervolg gewijd aan de verering van de zonnegod (tweede afbeelding). We zien de god Re-Horachty, de Re van de horizonten, in een mummievormige figuur met valkenkop. Hij wekt net als Osiris bij Egyptenaren de hoop om de dood te kunnen overwinnen. Op het linker uiteinde van de papyrus zien we de afbeelding van een waterweg waarover de dode in een bootje vaart. Op de oever is Paser ook aan het ploegen, hij maait graan en trekt vlasstengels uit de grond. Daaronder zien we een mythologische voorstelling van de schepping van de wereld.