Mummiekist als tweede huis
Mummiekisten waren een soort tweede huis voor de doden. Dat is te zien aan deze 1,87 meter lange lijkkist van de ‘meesteres van het huis’ Asetweret. Op de binnen- en buitenkant van een van de lange zijden zijn deuren geschilderd die worden geflankeerd door panelen met papyrusschermen. De deuren symboliseren de bewegingsvrijheid van de dode. Erboven zijn twee ogen afgebeeld waardoor de dode naar buiten kon kijken.
Mummies in gestrekte houding
Asetweret lag in een mummiekist van coniferenhout die waarschijnlijk afkomstig is van een begraafplaats bij het huidige dorpje Meir in Midden-Egypte. De kist stamt uit het Middenrijk (1900-1850 v.Chr.). In die periode werden de doden in gestrekte houding op hun linkerzij gelegd, met een neksteun onder het hoofd, alsof ze sliepen. Het gezicht werd gewoonlijk naar het oosten gekeerd; dan kon de dode de zon zien opkomen en in het spoor daarvan het nachtelijke dodenrijk verlaten. In het Oude Rijk (2543-2120 v.Chr.) werden de mummies nog opgevouwen begraven en waren de mummiekisten bijna vierkant. Gaandeweg drong het inzicht door dat een lijk beter droogde als het gestrekt werd geconserveerd. Bovendien was het dan makkelijker om de ingewanden te verwijderen en de windsels aan te brengen.
Kist van kostbaar hout
De mummiekist van Asetweret komt uit een district dat in het Middenrijk een grote bloei beleefde. Het hout moest waarschijnlijk speciaal worden geïmporteerd. In het houtarme Egypte moet de kist dan ook een vermogen hebben gekost. Mogelijk was de kist de binnenste van een aantal in elkaar passende lijkkisten. Het hout is met een dunne stuclaag overtrokken waarop in zachte tinten een decoratie is geschilderd met motieven die voor het voortbestaan van de dode van essentieel belang waren. De ogen boven de deur vertonen strepen die erop duiden dat het de ogen zijn van de valk Horus, een van de gedaanten van de hemelgod. De ogen staan daarom ook voor de zon en de maan en voor de cyclus van leven en dood. De buitenwand is rood geverfd en voorzien van enkele gele banden die voor inscripties waren bestemd.
Binnenkant van de kist
De binnenkant is een stuk rijker uitgevoerd. Langs de bovenrand loopt een horizontale schriftregel met offerformules en de naam van de dode. Ook hier zien we een geschilderde deur met ogenpaneel, precies tegenover de plek waar het gezicht van de dode lag. In de Egyptische grafcultuur fungeren deze schijndeuren vaak als offerplaats. Dat verklaart ook de weergave van een omvangrijke offermaaltijd rechts ernaast, dicht bij de mond van de dode. De rest van de binnenwanden is verdeeld in twee stroken.
Voorwerpen in de kist
De bovenste, en ook de onderste bij het hoofd- en voeteneind, toont een zogenoemd voorwerpfries met allerlei attributen die de dode in het hiernamaals nodig zou kunnen hebben. Ook hierbij is rekening gehouden met hoe de overledene ligt. Zo zien we bij het hoofdeind een rond hoofdkussen, zalfvazen en schminkbuideltjes voor het toilet. De lange wanden beginnen met afbeeldingen van een neksteun, spiegels, hoofddoeken en kragen, en vervolgen ter hoogte van de benen met lendenschorten, wapens en scepters. Bij het voeteneind zijn sandalen en wasgerei weergegeven. In het geval van de meesteres van het huis Asetweret doet de weergave van mannenkleding en wapens vreemd aan. Dit zijn dan ook geen aardse bezittingen van de dode, maar magische voorwerpen die haar in het hiernamaals de status van een god of koning moesten geven.
Spreuken en plattegrond
Bij het hoofd- en voeteneind worden de godinnen Nephthys en Isis aangeroepen, de zusters van Osiris, heerser over het dodenrijk die hem met hun toverkunst tot een nieuw leven wekten. Ook de spreuken op de onderste strook van de binnenwanden, op de bodem en op het als een hemelgewelf gebogen deksel duiden hierop. Op de bodem zien we een gestileerde plattegrond van het rijk van Osiris, met gele eilanden tussen blauwe waterwegen. Asetweret zou in dit dodenrijk net als Osiris de dood overwinnen.