Mestkever als zegelsteen

Zegelstenen waren belangrijk in de Egyptische cultuur. Ze werden gebruikt als legitimatiemiddel met een naam erin, maar ook als geluksbrengers. Ze konden een ambtsketen zijn, met titels of de aanduiding van een overheidskantoor. Er waren zegelstenen met een koninklijke titulatuur, waarmee hoge ambtenaren uit naam van de koning konden optreden. Er werden afdrukken mee gemaakt op alles wat in opdracht van de overheid moest worden afgesloten of beveiligd. Zegelafdrukken zaten op magazijnen, kisten of zakken met goederen. En soms op papyrusbrieven die moesten worden verzonden.

Van cilinder naar mestkever

De oudste Egyptische zegelstenen hebben de vorm van een cilinder. Dit type ontstond in de Vroeg-dynastieke periode (2900-2545 v.Chr.) en was gent op Aziatische voorbeelden. De cilinderzegels verdwenen geleidelijk om na de knoopvormige zegels plaats te maken voor de scarabee, een stenen afbeelding van de heilige mestkever. De ovale vorm met bolle rug en vlakke onderkant leende zich uitstekend voor het aanbrengen van gegraveerde opschriften en voor montage in een zegelring. De scarabee was meestal aan een pin geregen, waardoor hij kon worden gedraaid om een zegelafdruk aan te brengen.

Betekenis

De mestkever had niet alleen een praktische, maar ook een symbolische betekenis. De Egyptenaren geloofden dat de mestkever door generatie uit bolletjes mest ontstond. Ze wisten niet dat de oude kevers daarin hun eitjes hadden gelegd. Het diertje gold dan ook als een symbool van opstanding en nieuw leven. Tegelijk werd de kever met zijn voortrollende mestballetje gezien als een afbeelding van de zonnegod Chepri die de zonneschijf de hemel in duwt. Scarabeeën werden niet alleen als zegelsteen gedragen, maar ook als amulet. De opschriften op het oppervlak, in het Middenrijk (1980-1760 v.Chr.) meestal met de namen en titels van ambtenaren, maakten in de loop van het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.) plaats voor symbolische afbeeldingen van godenmachten of beschermende formules.

Koningsnamen

Op de hier afgebeelde scarabeeën (1427-1224 v.Chr.) zijn koningsnamen gegraveerd. De bovenste scarabee draagt de troonnaam van Amenhotep (1427-1401 v.Chr.): Acheperoer = groot zijn de verschijningen van Re (de zonnegod). De overige stenen dragen de namen van koningen na hem. De meeste bewaard gebleven scarabeeën met koningsnamen dragen variaties van de naam Mencheperr (‘van duurzame verschijning is Re’), de troonnaam van de grote Thoetmosis III. Zijn naam werd generaties lang op amuletten en zegelstenen gegraveerd. Dat was niet alleen vanwege zijn reputatie als succesvol legerleider en groot bouwmeester. Het had ook te maken met de typisch Egyptische voorliefde voor woordspelletjes en geheimschrift.

Cryptografische schrijfwijzen

Vanaf het Nieuwe Rijk zien we hoe hiërogliefen in tempelteksten of op amuletten sterk gaan afwijken van de gebruikelijke schrijfwijze. Tekens worden vervangen door andere tekens met dezelfde klankwaarde, nieuwe tekens worden geïntroduceerd en soms ontstaan er rebussen van voorstellingen die tegelijk als klankteken fungeren. Deze cryptografische schrijfwijzen waren vooral populair om er de god Amon mee aan te duiden. Zijn naam betekent ‘de Verborgene’. Door een raadselachtige spelling van zijn naam werd het verborgen of transcendente karakter van de god benadrukt. Op een aantal afgebeelde scarabeeën zien we cryptogrammen van de naam Amon terug.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen