Machtige schrijver
Dit beeld van een schrijver stamt uit het Oude Rijk (2543-2120 v. Chr.), een periode waarin de Egyptische cultuur tot grote bloei kwam. De kennis van het schrift heeft daar zeker aan bijgedragen, en de Egyptenaren waren zich daarvan ook terdege bewust. Wie de schrijfkunst machtig was, verwierf status en prestige en kon daardoor toegang krijgen tot de hoogste hofrangen. De hoogste ambtenaren van het land lieten zich dan ook vaak als schrijver afbeelden.
Hoeders van traditie
Beelden van schrijvers vinden we voor het eerst in de 4de faraonische dynastie (2575-2465 v. Chr.). In het Middenrijk (1980-1760 v. Chr.) en Nieuwe Rijk (1539-1077 v. Chr.) werden nieuwe varianten van dit beeldtype geïntroduceerd. Ook in de 26ste dynastie (664-525 v. Chr.) tot soms zelfs in de tijd van de Ptolemaen (33-30 v. Chr.) werd erop teruggegrepen. De Egyptenaren waren erg gevoelig voor dit soort tradities en de schrijvers waren bij uitstek de hoeders ervan. Dankzij hun kennis van het schrift konden zij oude bronnen raadplegen en zo continuïteit brengen in de beschaving. Een schrijversbeeld staat dan ook symbool voor de oud-Egyptische cultuur.
Het beeld
Dit Leidse schrijversbeeld (5de dynastie, 2400 v. Chr., 32 centimeter hoog) stelt een man in kleermakerszit voor. Zijn korte lendenschort spant zich strak om zijn dijen en vormt zo een goede ondergrond voor het schrijfblad. Het blad bestaat uit een rol papyrus die de schrijver met zijn linkerhand vasthoudt. Een deel van de papyrus is over zijn schoot uitgerold. De rechterhand rust erop en houdt een denkbeeldig penseel vast. Op zijn hoofd draagt de schrijver een korte, gevlochten pruik die zijn status onderstreept.
Hakken en polijsten
Uit het Oude Rijk kennen we veel schrijversbeelden. Ze zijn meestal gemaakt van kalksteen, soms van hout en vaker van harde steen, zoals graniet of granodioriet, zoals het Leidse beeld. De harde steensoort is ruw in vorm gehakt met stenen hamers, waarvan de slagen nog als witte puntjes zijn te zien. Voor details als de handen en het gezicht heeft de beeldhouwer het oppervlak sterk gepolijst. Daar is een koperen beitel voor gebruikt. Opvallend is dat dit beeld geen opschrift heeft. Het moet in een apart voetstuk van waarschijnlijk ander materiaal hebben gepast, waarop de naam en titel van de afgebeelde persoon stonden. Dat maakt het moeilijk de herkomst van dit beeld te bepalen.
Een procent kon schrijven
Om een beeld van de verhoudingen te krijgen is het goed om te weten dat de bulk van het Egyptische volk analfabeet was. In het Oude Rijk konden op een totale bevolking van een tot anderhalf miljoen slechts vijf- tot tienduizend mensen, vrijwel uitsluitend mannen, lezen en schrijven. Dat is hooguit een procent. Uit deze elite recruteerde de koning zijn bestuursambtenaren. Zij verzorgden de dagelijkse administratie van het land, zoals de distributie van goederen, het innen van belastingen, het opmeten van de velden na de jaarlijkse overstroming van de Nijl, de verdeling van het onderhoud van dammen en bevloeiingskanalen, en de bouw van de koninklijke piramide en de dodentempel. Ook waren zij verantwoordelijk voor notariële akten en de elementaire rechtspraak. Daarvoor hielden ze de archieven bij, waarvan de meeste bij opgravingen zijn teruggevonden in afvalbakken. Hoge ambtenaren hadden trouwens ook zelf schrijvers in dienst.