Kostbare koninklijke hoofdband
Deze kostbare hoofdband van edelmetaal stond lange tijd bekend als het ‘diadeem van koning Antef’, een farao uit de 17de dynastie (1640-1550 v.Chr.). Uit nader onderzoek bleek dat de vorstelijke eigenaar of eigenares van het diadeem niet meer te achterhalen was. Er is wel over gespeculeerd, ook al vanwege de duistere omstandigheden waaronder het voorwerp is gevonden. Maar een duidelijke aanwijzing ontbreekt.
Gevonden op een mummie in 1827
De hoofdband (diameter: 18 centimeter) zou deel hebben uitgemaakt van een groep voorwerpen die in 1827 zijn gevonden in een graf bij Dra Aboe el-Naga, een begraafplaats van de farao’s van de 17de dynastie op de westelijke oever van de Nijl bij Thebe. De vondst bestond onder meer uit een mummie in een mensvormige kist. De mummie droeg het zilveren diadeem op het hoofd, en op zijn borst lag een hartscarabee, een heilige mestkever. De kist was beschreven met teksten op naam van koning Antef, maar de scarabee was bestemd voor een farao die Sobekemsaf heette en die later dan Antef aan de macht was geweest. In 1828 kwam het diadeem naar Leiden als onderdeel van de grote collectie van Jean d’Anastasi.
Voorwerpen mixen
Of de kist en de mummie bij elkaar horen is onduidelijk. De lokale bevolking van Luxor, die op en tussen de oudheden leeft, voegde voorwerpen die ze in de oude graven vonden soms bij elkaar om ze aantrekkelijker te maken voor verzamelaars en er zelf zoveel mogelijk aan te verdienen. Het kan dan ook heel goed zijn dat we hier te maken hebben met een kunstmatig samengestelde groep objecten. Curieus is bijvoorbeeld dat het diadeem in Leiden arriveerde met een versiering van kralensnoeren rondom de hoofdband. Deze snoeren komen uit dezelfde tijd, maar zijn onderdeel van een ander voorwerp, namelijk een halskraag. Het diadeem en de kralensnoeren worden nu apart in het Rijksmuseum van Oudheden tentoongesteld.
Edelsmeedkunst uit Middenrijk
Het diadeem is volledig in de traditie van de edelsmeedkunst van het Middenrijk (1980-1760 v.Chr.) gemaakt. De mooiste en technisch meest perfecte hoofdsieraden zijn die van de farao’s en hun vrouwelijke familieleden van de 12de dynastie. De maker van het Leidse diadeem was onmiskenbaar een navolger van de meesterhofsmeden uit die periode. De afwerking, de decoratiedetails en ook de glasachtige stoffen die de edelstenen moesten vervangen, maken het voorwerp wel minder verfijnd dan zijn voorlopers uit het Middenrijk. Toch beschouwen kenners het als een aantrekkelijk en sierlijk stuk edelsmeedwerk.
Hoofdband met linten, bloemenstrik en cobra
Het diadeem bestaat uit een eenvoudige hoofdband met afhangende linten aan de achterkant, waarvan het kruispunt is bedekt met een apart gemaakte bloemenstrik. Aan de voorkant zien we een uraeus, de heilige cobra, het beschermende attribuut van goden en koninklijke personen. Het diadeem is eigenlijk een nagemaakte haarband van linnen in edelmetaal, voornamelijk zilver. Haarbanden als deze, maar dan van linnen, werden in Egypte algemeen gedragen, vooral door matrozen. Op dit koninklijke voorwerp zijn de lineaire versierpatronen van de linnen exemplaren terug te zien. De linnen haarband werd sesjed genoemd. Het oudst bekende Egyptische sesjed-diadeem dateert van ongeveer 2500 v.Chr.
Techniek
De band van het diadeem is gesneden uit 1 tot 1,5 millimeter dik gehamerd zilverblad en heeft een omtrek van 55,5 centimeter. De uiteinden zijn aan elkaar gesoldeerd. Op regelmatige afstand zijn lijnpatronen aangebracht die samen een blokkenfries vormen. De lange afhangende linten bestaan elk uit twee strips zilverblad. Op de binnenkant van de linten zijn stukjes linnen ontdekt. Die moeten afkomstig zijn van de windselen rondom de mummiekop waarop het sieraad is aangetroffen. De uraeus is van 16-18 karaat goud.