Een kolos van een kapel

Een indrukwekkend monument in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden is een 8,3 ton zware kapel uit de regeringsperiode van koning Amasis (26ste dynastie, 570-526 v.Chr.). Het gevaarte (1,94 meter hoog) is uit een blok rood graniet gehouwen. Het heeft in de binnenste ruimte van een tempel gestaan en herbergde een cultusbeeld van een god.

Plek voor godenbeeld

Een kapel als deze, ook wel naos genoemd, was de plek waarin het godenbeeld van een tempel werd bewaard. De bovenkant van de naos ziet eruit als een piramide, de gestileerde vorm van de heuvel waarop volgens de zonneleer van Heliopolis de zon uit de oerwateren van de chaos was verschenen.

Kapel voor Osiris

De kapel in het Rijksmuseum van Oudheden was bestemd voor een beeld van de god Osiris, koning van het dodenrijk. Houten, waarschijnlijk met brons beslagen deuren moesten het beeld aan het oog van niet-ingewijden onttrekken. Op de bodem van de kapel zijn nog de spilgaten te zien waarin de deurvleugels hebben gedraaid. Alleen de farao of in de dagelijkse praktijk zijn plaatsvervangers, de priesters van de god, mochten de deuren openen en het heilige beeld aanschouwen (de rest van de bevolking kwam sowieso het allerheiligste van een tempel nooit binnen). Elke dag werden er rituelen uitgevoerd waarbij de god, als ware hij een mens, van voedsel, drank en kleding werd voorzien.

Buitenkant kapel

Op de buitenkant van de kapel staan in licht verzonken reliëf de figuren van Osiris en enkele goden uit zijn omgeving: zijn zusters Isis en Nephthys en de luchtgod Sjoe. Ook staan er beeltenissen op van goddelijke wezens met angstwekkende gezichten en namen als Vuurwerper, De Brandende, De Gehoornde en De Scherpziende. Alle afbeeldingen zijn in onze tijd met rode verf ingekleurd.

Koning Amasis

Koning Amasis (570-526 v.Chr.) heeft de kapel gewijd aan “zijn vader Osiris die woonachtig is in Hemag”. Dat is de naam van een heiligdom in de Deltastad Sais, de residentie van de 26ste faraonische dynastie. De reliëfs en namen van de koning lijken opzettelijk beschadigd. Dat zou te maken kunnen hebben met de hetze die Kambyses, de Perzische veroveraar van Egypte, omstreeks 525 v.Chr. voerde om elke herinnering aan Amasis en zijn familie uit te gummen.

Beeld van Ptah

Een voorbeeld van een groot tempelbeeld uit dezelfde periode is dat van de god Ptah, de scheppergod van de hoofdstad Memphis en beschermheer van de kunstenaars (tweede afbeelding). Dit beeld stond niet in een kapel. Daar was het te groot voor. Het materiaal van het Ptah-beeld is grauwak, een harde, diepgroene steensoort. Met behulp van diorieten wrijfstenen en schuurzand heeft de beeldhouwer van een ruw uitgehakte mensfiguur een volmaakt glanzende god gemaakt. Ptah is in een nauwsluitend gewaad gehuld, met de hem typerende open kraag. Met beide handen omklemt hij drie scepters die uitdrukking geven aan zijn goddelijkheid, zijn duurzaamheid en het leven. Dat waren de kwaliteiten waar deze schepper van de kosmos patent op had.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen