Een kapel als schijngraf

In de buurt van Abydos op de westoever van de Nijl in Midden-Egypte staat de grote tempel van Osiris, god van het hiernamaals, koning van het dodenrijk. Tijdens het Middenrijk (1980-1760 v.Chr.) was het een heilige stad en een belangrijk bedevaartsoord. Het was de plaats waar volgens de Egyptenaren het hoofd van de god Osiris was begraven. Daarom lieten veel particulieren er stèles en beelden oprichten, zodat ze voor altijd zouden deelnemen aan de rituelen, offers en processies. Duizenden jaren lang bleven bedevaartgangers Abydos bezoeken.

Gedenktekens

Tot in het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.) werden er vooral voor familieleden gedenktekens opgericht. Door deze schijngraven of cenotafen geloofden de Egyptenaren dat ze in de nabijheid van Osiris verkeerden. Een voorbeeld van zon gedenkteken is de hier afgebeelde offerkapel van Oeserhat (1300 v.Chr., 183 centimeter hoog). Na de farao’s Toetanchamon en Horemheb werd de belangstelling voor de godencultus en in het bijzonder die van Abydos krachtig gestimuleerd door koning Seti I en zijn opvolger Ramses II. Seti bouwde in Abydos een cenotaaf voor Osiris, een indrukwekkend, monolithisch monument onder de grond. Ook andere koningen richtten schijngraven met offerkapellen op.

Kapel van priester Oeserhat

Oeserhat was priester en koninklijk opperbeeldhouwer. Van zijn kapel is alleen de deuromlijsting overgebleven. Twee rechthoekige zijposten schragen een grote, naar boven rond toelopende stèle. De voorkant en binnenkanten van de posten en het stèlevlak zijn geheel bedekt met hiëroglyfische inscripties en afbeeldingen van de priester Oeserhat. In de teksten worden ook zijn bij- of koosnamen genoemd: Hatiay en Hatiay-Penya. De priester onderhield een speciale relatie met de provincie waarvan het heilige Osiris-district het middelpunt was. Dat gebied heette Ta-wer, ‘Het Grote Land’.

Deuromlijsting

De reliëfs op de deuromlijsting zijn zeer verfijnd en smaakvol. De afbeeldingen van goden en heilige symbolen, de beeltenissen van de eigenaar zelf en de hiërogliefen zijn in verschillende gradaties in verzonken reliëf uitgevoerd. De schrifttekens waren oorspronkelijk met bladgoud bedekt. Daarvan zijn hier en daar nog spoortjes te zien. Oeserhat kon zich deze luxueuze afwerking permitteren omdat hij vrije toegang had tot het Goud-Huis, het atelier van de goudsmeden. De composities die het monument sieren, blinken uit in symmetrie. Het bovenste, afgeronde beeldvlak is bestemd voor offergebeden aan “alle goden”. De twee op de schrijn liggende jakhalzen met Horus-ogen erboven vertegenwoordigen de plaatsen waar de zielen van de overledenen zich vrijelijk kunnen bewegen.

Hymnen

In het midden van het register onder de entree staat het als een god vereerde symbool van het Osiris-district Ta-wer. Boven op dit fetisjachtige voorwerp prijkt de struisverenkroon van de god. Aan weerszijden hiervan zien we de geknielde figuren van Oeserhat. De teksten van de hymnen die hij zingt of reciteert, staan erbij. Van de hymne rechts zijn verscheidene versies op andere stèles bewaard gebleven. Het is een ode aan de ‘Heer van de Stad Abydos’ en telt vier coupletten, telkens afgesloten met een refrein waarin afwisselend de naam en bijnamen van Oeserhat worden genoemd. In de coupletten komen de hoofdthema’s uit de mythe van Osiris zoon Horus nadrukkelijk aan de orde: zijn geboorte, zijn triomf over z’n oom Seth, de moordenaar van Osiris, zijn erfenis (het koningschap van Egypte) en ten slotte zijn troonaanvaarding.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen