Beeldhouwkunst van topklasse
De reliëfs uit het graf van financieel ambtenaar Merymery zijn topstukken van de Egyptische beeldhouwkunst. Ze zijn gemaakt ten tijde van koning Amenhotep III (1391-1353 v.Chr.) en opgegraven op het woestijnplateau van Sakkara, zo’n dertig kilometer zuidwestelijk van Caïro.
Afgebeelde rituelen
De afbeeldingen en inscripties hebben de begrafenis van Merymery als onderwerp. Op het eerste reliëf zijn klaagvrouwen te zien die zich met modder en as bestrooien. Op het tweede is een mondopeningsritueel afgebeeld waarbij de dode het gebruik van zijn lichaamsfuncties terugkrijgt. Een priester in luipaardvel besprenkelt Merymerys mummie met water. Een ander, verkleed als de mummificatiegod Anoebis, houdt hem recht overeind.
Begraafplaats Sakkara
Bij Sakkara werden de belangrijkste tijdgenoten van de laatste koningen van de 18de en van de eerste koningen van de 19de dynastie (Nieuwe Rijk, 1539-1077 v.Chr.) begraven. Onder Amenhotep III werden hier de eerste grote graven gebouwd. Nadat de regeringszetel onder Toetanchamon van Amarna naar Memphis was overgeplaatst, breidde deze sector van de Memphitische dodenstad zich geleidelijk uit en zou tot diep in de regeringsperiode van Ramses II (1300-1213 v.Chr.) de belangrijkste begraafplaats van de elite blijven.
Twee reliëfs, zes oesjebti’s en een amulet
Begin 19de eeuw zijn op dit terrein delen en voorwerpen van het graf van Merymery gevonden. De stukken maakten deel uit van de grote zogeheten collectie Anastasi die in Leiden terecht is gekomen. Het zijn twee grote reliëfs, zes bijzondere oesjebti’s (lijkbeeldjes) en een papyrusvormige amulet van groene steen. De reliëfs komen uit een offerkapel die in de bovenbouw van een graf was gebouwd. Ze bedekten de zijwanden van de kapel en stonden haaks op de achterwand waartegen een grafsteen van de eigenaar was geplaatst.
Met vakmanschap gemaakt
De voorstellingen op de reliëfs zijn in zeer laag reliëf uitgevoerd en de hiëroglyfische inscripties afwisselend in laag en verzonken reliëf. Daardoor maakt het geheel van de decoraties een levendige indruk. Het aanbrengen van ragfijne en minimale voorstellingen in het laag reliëf duidt op een uitzonderlijk vakmanschap, dat een extra dimensie krijgt door de scherpe observaties van het dagelijks leven in het Egypte van toen. Meymery was de ‘wachter van het goudhuis of schathuis van Memphis’, de belangrijkste economische instantie van het land. Hij voerde onder meer het beheer over de koninklijke monumenten en begraafplaatsen, in het bijzonder over de kunstateliers die voor de graven van hoge ambtenaren verantwoordelijk waren.
Klaagvrouwen
Beide panelen zijn gemaakt van witte kalksteen. Hier en daar zijn nog sporen te zien van de oorspronkelijke beschildering. De scènes en inscripties hebben betrekking op episoden en momenten van het begrafenisritueel en de voedselcultus voor Merymery. De begrafenisstoet wordt opgewacht door groepen klaagvrouwen. Sommige vrouwen klagen beroepshalve: zij zijn ingehuurd om met hun gejammer en geschreeuw de kwade geesten af te schrikken die Merymerys gang naar het graf zouden kunnen belemmeren.
Klaagzang
Boven de klaagvrouwen staan de woorden die zij spreken of zingen: “Jouw nacht moge mooi zijn. De goden gaan voor je uit. Wennofer (Osiris, red.) heeft je ontvangen. O, Negengodental van de Heren van Cher-hat (een plaats bij het huidige oud-Caro, red.), mogen jullie hem plaatsen aan de zijde van Re. Ik heb gehuild! Ik heb geklaagd! Jullie allemaal, mogen jullie eraan denken jullie te bedrinken met Sedeh-wijn, terwijl kransen en aangename zalf op jullie schedels zijn.”