Romeinse vrachtschepen en handel

In de Romeinse tijd ging een groot deel van het goederenvervoer in Nederland per schip. Dat was makkelijker en goedkoper dan transport over land. Veel wegen waren er niet. Water was er volop. De Rijn werd in 47 na Chr. de noordgrens (Limes) van het Romeinse rijk en zou een belangrijke functie gaan vervullen voor de Romeinse vloot.

Havens en forten

Langs de Rijn werden op enkele plaatsen havens aangelegd, zoals bij Keulen en Velsen, en forten (castella) gebouwd om het rijk te verdedigen tegen de Germanen. Opmerkelijk genoeg zijn er in onze streken nooit Romeinse oorlogsschepen opgegraven, hoewel ze er ongetwijfeld wel zijn geweest. Romeinse transportschepen daarentegen zijn wel door archeologen naar boven gehaald.

Rivierschepen in Zwammerdam

In Zwammerdam (Zuid-Holland) werden in de jaren zeventig van de twintigste eeuw dicht bij elkaar zes Romeinse schepen opgegraven in de buurt van het voormalige Romeinse fort Nigrum Pullum. Drie kano’s en drie vrachtschepen lagen in de oude bedding van de Rijn, die toen een ander stroomgebied had dan de Oude Rijn nu. De drie Zwammerdammer transportschepen waren lang, smal en laag. Het waren typische rivierschepen voor het vervoer van zware lasten. Het grootste schip, met een lengte van vierendertig meter, was een zeilschip. Van de overige twee transportschepen staat dat niet vast. Alle drie de schepen hadden een platte bodem die zowel aan de voorkant als aan de achterkant uitliep in een smalle punt. De bodems waren gemaakt van lange planken die naast elkaar waren gelegd en bijeen werden gehouden door zware dwarsbalken of leggers. De planken waren met zware ijzeren spijkers vastgemaakt. Een bijzondere vondst was een eikenhouten stuurriem van ruim vijf meter lengte. Zo’n voorwerp is bij de meeste in Nederland opgegraven Romeinse schepen niet bewaard gebleven.

Nog meer schepen

Na de Zwammerdammer opgraving werden er elders in de regio nog meer Romeinse schepen ontdekt. Zoals in 1997 bij de aanleg van een nieuwbouwwijk in Leidsche Rijn (vlak bij Utrecht). Archeologen stuitten daar op een perfect bewaard gebleven eikenhouten schip van 25 bij 2,7 meter. Pas in 2003, toen er voldoende geld en kennis beschikbaar waren, werd het schip opgegraven. Bijzonder aan deze vondst was dat er nog allerlei spullen aan boord waren. Mogelijk heeft dit schip behalve voor goederen ook gediend voor het transport van soldaten.

Zeilen en roeien

Ook in Woerden, waar het castellum Laurium lag, zijn verschillende schepen opgegraven, waaronder twee boomkano’s en twee vrachtschepen. In 2003 werd er bij de aanleg van een parkeerkelder in het centrum van de stad een Romeins eikenhouten transportschip van 25,4 bij 4,7 meter gevonden in de oude bedding van de Rijn. Het werd gedateerd in 150-160 na Chr. Opmerkelijk was dat er met het schip niet alleen kon worden gezeild, maar ook geroeid. Ronde gaten in de zijwanden duidden erop dat er plaats was voor minstens twaalf roeiers. Die ontdekking had tot gevolg dat archeologen hun theorieën moesten bijstellen. Tot dan toe dachten ze namelijk dat de Romeinse transportschepen met hun vracht vanuit Duitsland zeilend de Rijn afzakten naar Nederland om ze daar vervolgens te laten afzinken. De schepen werden afgeschreven omdat terug zeilen over de snel stromende, bochtige Rijn onmogelijk was. Maar blijkbaar waren er ook schepen die met roeiers aan boord wel terug konden naar Duitsland om een nieuwe lading op te halen.

Natuursteen

In de tweede helft van de 2de eeuw werd vanuit Duitsland veel natuursteen per schip via de Rijn naar Nederland vervoerd. Het materiaal werd gebruikt om de vroegere houten Romeinse grensforten te herbouwen in steen. In Nederland was geen natuursteen voorhanden, in Duitsland wel. Beide gebieden waren toen overigens nog geen aparte landen, maar vielen onder de Romeinse provincie Germania Inferior, Neder-Germanië. De zuidelijke Nederlanden hoorden bij Gallia Belgica. De vrachtschepen van het Romeinse leger vervoerden niet alleen natuursteen, maar ook grote hoeveelheden dakpannen en tegels. Die werden door soldaten gemaakt in grote pottenbakkerijen, waar ook vaatwerk werd geproduceerd, bijvoorbeeld op het landgoed De Holdeurn bij Nijmegen. Op veel plaatsen in Nederland zijn Romeinse dakpannen teruggevonden, voorzien van stempels met de naam van de legereenheid waarvan ze afkomstig zijn.

Vijgen, vissaus en wijn

Al vrij snel na de annexatie door de heersers van het Romeinse rijk, dat één muntstelsel kende, nam de handel in de Lage Landen in de 1ste eeuw na Chr. een hoge vlucht. De grote rivieren werden druk bevaren en in Zeeland werden goederen overgeslagen op zeewaardige schepen die de Noordzee overstaken naar Engeland. De Nederlandse markt raakte overspoeld door luxueuze mediterrane goederen: wijnserviezen, glaswerk, zilveren meubels, sieraden en aardewerk. Lokale bewoners maakten kennis met vijgen, olijven, dadels, vissaus en wijnen van een grand cru-kwaliteit. Het menu werd verrijkt met kippen en parelhoenders. De mediterrane vissaus werd nagemaakt en geëxporteerd naar Engeland. Langs de oevers van de Rijn en de Maas werden wijngaarden aangeplant. Het was kortom een breed spectrum waarbinnen de romanisering van de Lage Landen zich voltrok.

Wijnzeef_kan_Doorwerth

Een Romeinse wijnkan en een wijnzeef, gevonden langs de Rijn bij Doorwerth