Amulet tegen het kwaad

Net als de oude Egyptenaren beschikten de Romeinen over amuletten waaraan een bovennatuurlijke en kwaad afwerende kracht werd toegeschreven. De Romeinen droegen een amulet (amuletum = kwaad afwerende macht) meestal als halssieraad om zich te beschermen tegen kwade geesten, demonen en tovenarij – in het bijzonder het ‘boze oog’. Vaak werden ze opgehangen aan het tuig van paarden.

Amuletten in alle soorten

Amuletten kunnen eruitzien als een god of een symbool van een god, van een dier of een plant. Ook edelstenen werden als amulet gedragen. Een aparte groep amuletten heeft de vorm van een geslachtsorgaan, een fallus of vulva. Vooral de fallus was erg populair.

Vindplaats

Het hier afgebeelde bronzen exemplaar (1ste-3de eeuw na Chr., 4,8 centimeter hoog) is afkomstig uit de kunsthandel. Volgens de handelaar is het gevonden in Nijmegen, maar daar kunnen vraagtekens bij worden geplaatst. Handelaren zijn zich er doorgaans zeer goed van bewust dat de opgave van een ‘gevestigde’ vindplaats de waarde van het object flink omhoog kan stuwen.

Fallus

De amulet bestaat uit een fallus waaruit aan de bovenkant een kopje oprijst van een man met baard. Aan de achterkant zit een oogje waarmee het voorwerp kon worden opgehangen, in dit geval waarschijnlijk ter versiering aan een paardentuig.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen