Smid uit de nieuwe steentijd

De introductie van metaal was een van de meest in het oog lopende ontwikkelingen aan het einde van de nieuwe steentijd of het neolithicum (5300-2000 v. Chr.). De mens had miljoenen jaren lang steen en vuursteen gebruikt om werktuigen en wapens te maken. Nu bleek dat zuiver koper door koud hameren in een bepaalde vorm kon worden gebracht om er gereedschap, wapens en sieraden van te maken. We hebben het dan over 6500 jaar geleden.

Koper in Nederland

Duizenden jaren later raakte koper geleidelijk in Nederland in gebruik, zij het op bescheiden schaal. Uit de honderden Klokbekergraven die we kennen, zijn tot dusver niet veel meer dan elf koperen tongdolkjes, twee koperen priemen en één armband van koperdraad opgedoken. Een deel van deze voorwerpen moet ter plaatse zijn bewerkt.

Graven uit Soesterberg en Lunteren

Het is een periode waarin smeden actief waren. Dat zien we terug in de gereedschappen die uit twee graven in Soesterberg en Lunteren afkomstig zijn: aambeeldstenen en hamerstenen. In het graf van Lunteren werden ook nog een koperen dolk en een priem aangetroffen (zie tweede afbeelding), plus een rijk versierde aardewerken beker (17 centimeter hoog, zie eerste afbeelding).

Een dolkje maken

Met de hamer en het aambeeld werden koude metalen als koper en mogelijk ook goud in een vorm geklopt. Tijdens het hameren kon het voorwerp licht verhit worden. Bij koper voorkomt dit dat het bros wordt en er barsten ontstaan. Als een dolkje gereed was – de naam tongdolkje heeft betrekking op de vorm van het blad en het formaat – werd er een greep aangebracht van organisch materiaal, zoals been, hoorn of leer. Soms werd de greep met een enkel klinknageltje vastgezet.

Koper vermengd met arseen en nikkel

De chemische samenstelling van het koper waarvan de dolken zijn gemaakt, wijst uit dat het vermengd was met arseen en nikkel. Die twee elementen komen oorspronkelijk niet in koper voor. Ze zijn doelbewust toegevoegd om een legering te bereiken die harder was dan het natuurlijke zuivere koper. De hardheid komt in de buurt van die van brons. De herkomst van het koper moet worden gezocht in Centraal-Europa. Via uitwisseling is het in ons land terechtgekomen.

Zeldzaam goud

Behalve koper werd in het laat-neolithicum ook goud gebruikt. Daarvan werden alleen sieraden gemaakt, zeldzame voorwerpen waarvan er in Nederland tot nu toe maar vijf zijn gevonden. In alle gevallen komen ze uit graven: een halssieraad uit Bennekom (Gelderland), twee goudhulsjes uit Exloo (Drenthe) en twee oorhangers uit Beers (Noord-Brabant). Alleen personen met een relatief hoge status konden zich waarschijnlijk zulke kostbaarheden veroorloven.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen