Het mannetje van Willemstad
Bij de aanleg van de Volkeraksluizen, onderdeel van de Deltawerken, stuitte een werkman op 21 april 1966 in de buurt van Willemstad op een bijzonder voorwerp uit de midden-steentijd (mesolithicum, 8800-4900 v. Chr.) Acht meter beneden de waterspiegel vond hij onder een afgegraven dunne veenlaag een houten beeldje tussen de wortels van een eik. Het moet daar doelbewust zijn geplaatst. Door een snelle stijging van de grondwaterspiegel was het beeldje in een gunstig conserverend milieu terechtgekomen en goed bewaard gebleven.
Gesneden uit eikenhout rond 5400 v. Chr.
Het 12,5 centimeter hoge, bijna 7500 jaar oude beeldje, in archeologische kring beter bekend als ‘het mannetje van Willemstad’, is gesneden uit een plankvormig stuk eikenhout en stelt een menselijke figuur voor. Alleen het hoofd – de schedel, de grote ogen, de lange neus en geopende mond – is gedetailleerd weergegeven. De herkomst van het hout is met behulp van een radiokoolstofdatering (C14) bepaald op rond 5400 v. Chr. Ook elders in Noordwest-Europa zijn uit deze periode afbeeldingen van mensen bekend. In die zin is het beeldje niet uniek.
Rituele functie of speelgoed?
Of het mannetje van Willemstad ooit een rituele functie heeft gehad, zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden. Het kan evengoed een speelpopje zijn geweest. Uit studies naar gemeenschappen van jager-verzamelaars in Noord-Amerika is bekend dat allerlei rijk versierde voorwerpen een decoratieve en symbolische functie hadden. Uit Nederland kennen we bijvoorbeeld stenen uit die tijd waarop geometrische motieven of afbeeldingen van mensen zijn gegraveerd. In de Noordzee is een gegraveerd voetbeen van een bizon gevonden.
Riten van jager-verzamelaars
Van de jager-verzamelaars weten we dat de doden na tal van riten in hun graf werden bijgezet en dat ze een sjamaan, een priester/tovenaar, hadden die verschillende voorwerpen gebruikte om contact te onderhouden met de spirituele wereld.