Gouden armband uit de bronstijd
Gouden voorwerpen uit de bronstijd (2000-800 v. Chr.) zijn zeer zeldzaam. Voor zover bekend werd goud in die periode vooral gebruikt voor sieraden, meestal in de vorm van kleine stukjes goudblik en spiraalringetjes. Vrijwel al deze voorwerpen die in Nederland zijn aangetroffen, komen uit graven. Des te opmerkelijker is de vondst van drie massief gouden armbanden: twee in het Drentse plaatsje Hijkersmilde en één in Lunteren op de Veluwe. De laatste is in het bezit van het Rijksmuseum van Oudheden.
Uit Ierland
De armband van Lunteren (zie eerste afbeelding) werd gevonden tijdens het ploegen van een akker bij een boerderij. Net als de andere twee armbanden moet het een waardevol sieraad zijn geweest. Alle drie zijn in Ierland gemaakt.
Functioneel of decoratief
De meeste sieraden in de bronstijd waren gemaakt van het goedkopere, maar evengoed waardevolle brons. Ze dienden een tweeledig doel. Soms stond functionaliteit voorop. Een andere keer was dat het decoratieve element. Mantelspelden zijn een goed voorbeeld van een functioneel voorwerp met een sterk decoratieve waarde. In de bronstijd werden ze zowel door mannen als vrouwen gebruikt om wollen omslagdoeken en mantels bijeen te houden.
Mantelspelden
De mantelspelden varieerden in afmetingen en uitvoering. In de late bronstijd ging het decoratieve aspect een steeds grotere rol spelen en verschenen er zeer grote spelden met een bolvormige knop. Op de tweede afbeelding zien we daarvan een voorbeeld – een 4,5 centimeter hoog voorwerp dat in Nijmegen is gevonden. Soms zat er een stukje brons in het bolletje dat tijdens het lopen klingelde als een belletje. Dit soort zeldzame voorwerpen werd geïmporteerd uit het westelijk Alpengebied.
Bewaard
Dat er zoveel bronzen voorwerpen uit de prehistorie bewaard zijn gebleven, komt door het goed conserverende milieu waarin ze zijn gevonden: rivieren, meertjes en venen. Ze moeten daar doelbewust zijn achtergelaten. Dat is bijzonder omdat het om kostbare voorwerpen gaat die je ook zou kunnen omsmelten. Het zijn er ook te veel om aan te nemen dat ze zijn kwijtgeraakt, vooral omdat ze vaak eeuwenlang op dezelfde plekken werden achtergelaten.
Rituele uitwisseling
Vroeger gingen archeologen ervan uit dat het een strategie was van lokale leiders of hoofdmannen om op die manier de invoer van bronzen voorwerpen te beperken en zo hun macht, rijkdom en invloed veilig te stellen. Tegenwoordig denken we eerder aan een rituele uitwisseling waarbij leiders of gemeenschappen op speciale plekken kostbare offers brachten aan de goden. Waarom dit gebeurde is onduidelijk. Misschien vroeg men daarmee om een goede oogst, het beëindigen van een conflict of de bestendiging van handelsroutes. Mogelijk wilde men de goden gunstig stemmen.