In de 18e dynastie verdween de gewoonte om koninklijke mensen te begraven in piramides. Het graf van iemand van de koninklijke familie werd aangeduid met een bakstenen piramide waarboven op een pyramidion stond, die gezien kan worden als een soort sluitsteen. Dit pyramidion behoort toe aan Ptahemwia, hij was de opzichter van de ‘houders’ van Ptah. De voorkant van dit pyramidion laat de goden Re-Horachty en Osiris zien. Re-Horachty is de Egyptische zonne- en hemelgod en Osiris is de god van de onderwereld. Op de noordelijke zijde is de eigenaar Ptahemwia afgebeeld. Hij staat in een vererende positie met zijn handen omhoog gericht. De hiërogliefen zijn gericht tot de goden Re-Horachty en Osiris. Er wordt gevraagd of de overledene zijn graf elke dag mag uitgaan om de zon te zien. Boven Ptahemwia is een jakhalsaltaar afgebeeld. Op de zuidelijke kant van het pyramidion staan de vrouw en drie dochters afgebeeld. Op de westelijke zijde staan nog twee vrouwen afgebeeld. Ook zij heffen hun handen in een vererende positie.